Eigenlijk was het best gezellig met het Tsjechisch-Zweeds groepje van vier. Toen ik in alle vroegte naar de wc ging, zag ik tot mijn stomme verbazing, dat dochter Mia van 17 in haar pyama in het halletje zat, tegen Tosca aan. Kwam zeker liefde tekort. Ze was naar bed gegaan met haar JackRussel ” spot” ( vanwege de zwarte vlek op haar rug) tegen haar aan. Maar Spot was vreemd gegaan en had Mia ingeruild voor mamma. Daarom zocht Mia maar haar heil bij Tosca, in het voorportaaltje, aan de andere kant van de deur. Opa van 84 lag boven op de hoogslaper. Hij was natuurlijk al op in alle vroegte, terwijl mamma en haar vriendin het probeerden te rekken tot 8 uur. Echt zo’n oude ijzervreter, die de oorlog nog bewust heeft meegemaakt. Ik vroeg hem, hoe hij, op zijn 84ste nog meer dan 20 km. door de besneeuwde bergen kon wandelen. Of hij sporter was geweest. Ja, bergbeklimmen als hobby, zei hij, in de Tatra. Omdat het gezellig was, paste ik me maar aan aan het familiegebeuren. Dus wat later opgestaan dan normaal, uitgebreid ontbijt, de restjes pap die ze me aanboden nog opgegeten. Ik kreeg nog koffie. Je ne refuse rien, ik weiger niets, had ik al in Frankrijk geleerd.
Maar toen. Gisteren had ik al foto’s gemaakt van een half bevroren meertje en eergisteren van een gevaarlijk, stijl sneeuwveld. Omdat ik vandaag via de Tjäktjapas het hoogst punt van de 450 km. Koningspad door Lapland zou overstijgen, was dat beetje sneeuw van de vorige dagen maar een opwarmertje. Elk uur meer sneeuw en ijsvelden en tenslotte niets anders meer. Onder de sneeuw stroomden vaak kleine riviertjes en als je pech had, zakte je door zo’n “sneeuwbrug” fijn met je schoenen in het water. Hele stukken smeltende sneeuw, kletsnat. Riviertjes van enig meters tot wel 30 m. breed, waar je probeerde overheen te komen, van steen naar steen stappend en springend. Tosca moest ik dan los maken, want met dat wispelturig gespring en getrek was het veel te moeilijk en riskant voor mij,. Totdat ze weer rendieren in het vizier kreeg. Ze was ontembaar, niet te hanteren. Wie niet horen wil moet voelen. Met de softe aanpak van hondenliefhebbers, die hun fuk hondenschoentjes aandoen als ze met hem naar de hoek van de straat lopen, om hem daarnaar weer verder vet te laten worden op de canapé, voor de televisie, kom ik er niet. Wie niet horen wil moet voelen. Hardhandig wordt ze tot de orde geroepen en niet alleen geroepen, met maar heel even matig succes. Feilloos, zonder enige angst, loopt ze over de wiegende, verende hangbruggen, over het grootmazige gaas, waaronder de kolkende rivier stroomt. De talloze aanvallen van de bergvogels, die vlak over haar en mijn hoofd scheren, negeert ze volkomen, zoekend naar m
Mia met mijn Tosca
uizen en lemmingen. Ik zag een sneeuwuil en een raaf en, natuurlijk, kuddes rendieren. Foto’s.
Even over de Tjäktapas stond een schuilhut. Samen gegeten met een koppel, waarvan hij Spanjaard was en zij Zweedse. Ze leefden al lang en gelukkig in Zweden. Even daarna kwam een ander koppel binnen. Zij was Iraanse en hij Engelsman. Ook zij woonden al heel lang in Zweden. De Iraanse was met haar ouders, 30 j. geleden, gevlucht uit Iran, toen de ayatolla’s daar de macht overnamen. Per ongeluk heb ik dat al bij gisteren vermeld. Foto. Een koppel Hollandse mannen, 50 plus, kwamen ook nog meeëten en zo hielden we de stemming er in. Steeds meer mensen kom ik tegen, die één of twee dagetappes lopen met een hond. Foto. Ik passeer de Tjäktahut.
Terwijl Tosca de Laplandse lemmingenstand met één reduceerde, kwam ik vóór in de avond aan bij Alesjaurestugan. Ontvangst, zoals gewoonlijk, met een glaasje limonade. Eten, plannen voor morgen, dalijk wassen in sauna en dan in de mij speciaal toegewezen hondenkamer met twee hoogslapers en 4 bedden. Ook vandaag heb ik weer twee dagetappes in één gedaan. Als ik dat morgen weer doe, dan ben ik morgen, zondag, in Abisko en zit de 450 km. Kungsleden, Koningspad, er weer op. Dan kijken of ik contact kan krijgen met Duitser Jan, die afgelopen week een andere route, de Padjelantaroute, liep. Misschien kunnen we samen verder vanaf Abisko, de 250 km. onherbergzame Nordkalottleden wandelen in Noors, Zweeds en Fins Lapland. Wellicht ben ik eerder dan hem in Abisko, want zijn padjelantaroute naar Abisko is langer. Bovendien verwacht ik niet, dat hij elke dag twee dagetappes loopt. Omdat ik al vele dagen geen wifi heb, blijf ik misschien wat langer in Abisko, om alles bij te werken, de blog, eens de was te doen, alle achterstallige sms-en, gat in tent repareren enz. en om de volgende weken voor te bereiden. Als het zo doorgaat, ben ik eind augustus op de Noordkaap. Maar misschien neem ik wat meer pauzedagen in Abisko. Dan heeft ook Jan tijd om me in te halen. We’ll see, quisas, on verra.
Terwijl ik dit in mijn hütte zit te schrijven, zitten aan de volgende tafel drie jonge Duitsers, een jaar of 20, zwijgend te eten. Völlig ausrangiert! Watjes, ha, ha.
Snel naar de sauna. De tijd is dalijk om.
Hoi Harrie, wat een prachtige verhalen zeg en wat een landschappen. Nou als er een een “Die Hard” dan ben jij het wel. Je hebt er echt flink het tempo in gehouden. Zo te begrijpen heb je nu de smaak zo goed te pakken van het rondstruinen in het lapse dat je die laatste etappes op de volgende natuurtrail ook nog wel in je broekzak steekt. Lijkt me leuk als je die samen met Jan kunt doen.
Veel succes, ik volg je op de voet.
Groetjes van Han
Ha die Harrie
U gaat als een trein en dat door zo,n gebied
Wat een mooie omgeving de foto,s zijn fantastisch
Als u zo doorgaat bent u snel thuis nog veel wandel genot
Agnes
Tjakka tjakka,prachtig die foto’s van het landschap ,met de sneeuw,en het zonnetje erbij lijkt wel het paradijs op Lapland ,en geweldig wat voor mensen je tegen komt die overal uitgewaaid zijn ,als je nu thuis was gebleven ,had je dat allemaal moeten missen 🙂
Harrie hou je taai gr Harrie,Marlies.
Ja, is wel erg vermoeiend, maar ook erg mooi. Gr.
Ja, is hier wel prachtig. Wat meer alpine. Ik kom hier graag nog eens terug. Gr.