Had je gedacht, meerijden. Niks hoor. Telefoontje van schoonzoon dat vanochtend een koe had gekalfd en dat hij niet weg kon. O.k., mij ook best, kan ik lekker stappen naar het treinstation in Dombas, 16 km. Vandaar neem ik dan 1 uur de trein, over de dichtgesneeuwde hoogvlakte Dovrefjell, naar Oppdal. Na zo’n korte dag als gisteren liep het weer extra lekker. Pas bij aankomst in Dombas begon het te plenzen. Intussen had ik, na wat heen er weer geloop en wat vragen, het station gevonden, buiten het dorp. Gebeld naar mijn twee favoriete overnachtingsplekken (wegens de prijs), maar beide keren niemand thuis. Begint dat gesodom…. nu weer opnieuw? Volgens mijn gids hele jaar open, maar in feite soms gewoon dicht. Ik zal pas in de avond aankomen in Oppdal en heb geen zin om dan nog eens een paar uur, misschien weer in de regen, te moeten zoeken naar een overnachting, die dan ook nog eens veel duurder is dan ik had bedoeld, en waarbij ik weer moet pleiten voor Tosca. On verra. Intussen zit ik dit buiten op een bank, onder een afdak voor een supermarkt die open is, te schrijven, wachtend tot de plensbui voorbij is, bij een temp. van zeker niet boven de 7 gr. is. (Foto). Op dit soort momenten denk ik wel eens: Noorwegen, mooie natuur, aardige mensen, maar het weer… Al zegt hier iedereen dat het meestal mooi is. Waarschijnlijk een kwestie van beleving. Men krijgt het weer dat men verdient.
Om 13.30 u. stop ik mijn rugzak in een kluis op het station en ga terug naar het dorp om te shoppen. Je weet nooit of je vanavond wat te eten vindt, daar in Oppland. Per slot van rekening is het Pinksteren. Na wat gebel vind ik een acceptabele overnachtingsplek. Ik vraag de prijs. Hoewel acceptabel, vraag ik of dit het goedkoopste is. Waarop hij nog wat zakt met de prijs. Voilà. Terwijl het “gutsj” (giet) van de regen schrijf ik mijn blog op klad (foto). Vervolgens dus naar de conditorei, waar ik mijn blog naar de site wil transporteren, maar wifi valt steeds weg. Dat schiet dus niet op. Vooral de foto’s op de blog zetten kost veel tijd. Een dame die met haar vader buiten de conditorei zit te zjwame (roken), vraagt geïnteresseerd of ik op vakantie ben. Waar zien ze dat toch aan? Ik vertel m’n standaard verhaal. Zij slaakt een paar oeh’s en ah’s en met die bevestiging moet ik het dan maar weer doen.
Om 18.06 gaat de trein naar Oppdal, een grote breuk met mijn wandelprincipe. Drie dagen wandelen worden in één klap overgeslagen, alleen maar om mijn hachje te redden. Weer moet ik denken aan studiegenoot Jan Oude V, die 40 j. geleden al de wijze woorden sprak: het leven is te kort om consequent te zijn.
Een vrouw in de wachtkamer van het station zag dat ik vertwijfeld mijn trein zocht. Die is verlaat, zegt ze. Nou ja, mij een zorg. Alleen jammer voor Tosca, die nog eens 35 min. buiten op mij moet wachten.
De Dovrefjell-hoogvlakte was imposant, sneeuw, rotsen, kale miniberkjes, laag hangende bewolking, nat, koud, moeras,mecht dreigend. een prachtigeplek om in de zomer een week terugvte komen. Maar nu? Weg blijven daar.
In de trein komt een jonge man uit Singapore naast me zitten. Ik dacht dat hij bij de zwarte dame achter mij hoorde, waar hij aanvankelijk naast zat. Maar dat was niet zo. Hij ruilde haar in voor mij. Hij was net vandaag per vliegtuig aangekomen in Oslo, want hij wilde sneeuw zien. Had een 3 m. lange vishengel bij zich. Ik nodigde hem uit mee te gaan naar mijn nachtonderkomen, in de hoop, dat we de prijs van de hut konden delen. Had je gedacht. Nee, meneer, zei de campingbeheerder aan de telefoon, de prijs is per persoon. Na wat kennis te hebben gemaakt, even door het minidorp gelopen, samen onze maaltijden klaar gemaakt. Kan ik morgen met je mee lopen? Vraagt hij. Ja, mij best, maar kun je dat, ongetraind en op gympies in dit natte weer, met een hengel van drie meter? Oh, zegt hij, ik loop triatlons. O.k., on verra. Hij verbaast zich er over, dat hij stoom uitademt. I never saw snow, zegt hij. Ik leg hem uit, dat deze natte drab heel wat anders is, dan de lekker ijskoude poedersneeuw in de echte winter. Maar dat verschil is voor hem niet relevant. In het vliegtuig had hij al veel geslapen, dus, zegt hij, ik ben niet moe. Maar ik heb mijn rust nodig, denk ik, dus als compromis ga ik wat later dan gewenst naar bed, en hij waarschijnlijk wat vroeger. Morgen is weer een nieuwe dag, “oe de muës nog nuuks a gedoeë hant ( waar de muizen nog niets aan gedaan hebben). Gehoord in Vijle, alaaf!
Hallo Harrie,
Een moeilijke, maar wel wijze beslissing om de trein te pakken, je familie zal er blij om zijn! Kom je gemakkelijk door de Pyreneeën, kom je hier toch je portie sneeuw nog tegen. Ongelooflijk toch dat je al zo ver gekomen bent als je daaraan terug denkt.. En ieder land kent zo zijn eigen ontberingen lees ik. Leon staat hier op een malse groene wei terwijl jij over smalle paadjes moet klauteren. Die zal ook blij zijn! Ook zijn minder medewandelaars dan je hoopte geloof ik, al is een triatlon lopende visser uit Singapore wel redelijk uniek .
Ik hoop dat je je pad onder betere omstandigheden weer kunt vervolgen.
En wat Mama Alice betreft: dit is de maand van het vakantiegeld, dus er komt vast weer wat.
Groet, Constance
Harrie ik heb je verslag van Pinksterzondag gelezen ,en het zou bijzonder zijn als je kleinkind op je verjaardag geboren wordt .
En je heb een zeer goede beslingen ,en ook nog met dat slechte weer ,dus nu maar treinen wat maakt dat nou uit dat je niet zelf de berg bent over gegaan ,en voor het nageslacht heb je al een hele prestatie er neer gezet ,ben benieuwd hoe het verder allemaal gaat hou je taai gr Harrie,Marlies.
Ps ik doe er nog eens een zonnetje bij 🙂 🙂 .
Even nog over het bloemetje ,zo te zien is het de grote sneeuwroem .doei hou je taai gr Harrie,Marlies.
Hoi Constance. Dank voor je wijze woorden. Ben tzt benieuwd naar je Spanje-ervaringen. Gr