Nog even zeuren over het weer: vandaag zou het goed weer zijn. Inderdaad scheen de zon al in alle vroegte. Dan kun je niet goed meer slapen. Gordijnen waren er niet. Maar toen de zon móest schijnen, toen ik vertrok, regende het al weer. Na een paar uur kwam de zon toch regelmatig tussen de miezerbuitjes door en waarschijnlijk noemt men dat hier dan
“goed” weer. Is betrekkelijk dus. Hier vlakbij ligt een natuurreservaat, bekend om zijn orchideeën en een orchidee siert het gemeentewapen. Maar ik heb er nog geen gezien. Wel nog steeds de bosanemonen, die ik al zie vanaf de Ardennen, begin maart. Narcissen die ik maart in Nl. zag, zie ik ook nog steeds (foto). Massa’s sijsjes, vooral op de paardenbloemen, die hier groter zijn dan bij ons en nu massaal bloeien. Vreemd, ik zie nog steeds geen roofvogels. Wel heel veel kramsvogels, die hier de plaats lijken in te nemen van onze merels. Ook nog af en toe kraanvogels en reigers, wat eenden, veel bonte kraaien, eksters, een enkele Vlaamse gaai, soms kieviten of een duif en dan heb je het meeste wel gehad. Geen meesjes. Op de bergen rond de meren ligt nog wat sneeuw. De boomgrens is opvallend laag. Per slot van rekening nader ik de poolcirkel al zo’n beetje. De buitentemp. is max. 10 gr. overdag en 3-4 gr. ’s nachts. Ik blijf dus, naar Nederlandse begrippen, winter houden.
Ik zit met een probleempje. Omdat hier geen pelgrimsroute meer loopt, ben ik pelgrim-af. Ik zie dus ook geen lange-afstandspad meer. En het is hier zó dun bevolkt, dat er ook geen netwerk is van weggetjes in een en dezelfde richting. Wil ik dus vooruit komen, dan moet ik de ene grote doorgaande weg nemen en dat is de E6, de 2-baans autoweg die van zuid naar noord door Noorwegen loopt. Expres heb ik daarom vandaag nogal wat foto’s genomen van de verkeerssituatie. Voordeel: loopt makkelijk en snel, je houdt droge voeten, verdwalen lukt niet. Nadeel: auto’s en vrachtwagens jagen rakelings langs je, hetgeen natuurlijk gevaarlijk is en ook veel herrie maakt. Tosca lijkt er aan te wennen, maar ik ben toch ongerust, want als zij haar 30 kg. spieren in de strijd werpt, kan ik uit mijn evenwicht raken. Steeds oppassen geblazen. Tosca denkt waarschijnlijk hetzelfde: wil ik een mooie tak beneden uit de berm halen, krijg ik weer een ruk aan mijn nek; wil ik me lekker begajen (vies maken) in een plas water, weer dat geruk aan mijn halsband: schrik ik van een vrachtwagen, weer dat gehengst aan mijn nek; oh wee, als ik bergaf trek; bergop móet ik trekken. Wat een wispelturige baas. Hij zegt dat ik nog jong ben, maar hij lijkt zelf wel een tiener. Wat een hondenleven.
Omdat ik vorige week werd benaderd door Zus J. uit Wageningen, die met haar paard en hond 600 km. wil wandelen van Wageningen naar Beieren komend najaar, maak ik ook een aantal foto’s van gevaarlijke verkeerssituaties, waarmee ze ernstig rekening moet houden. Ik ben blij, dat ik hier niet meer mijn paardje Leon bij me heb. Foto’s.
Op een Raststätte hielden we middagpauze, op een prachtige plek aan een meer. in het zonnetje, waar de temp. in de schaduw van 10 gr. waarschijnlijk ietsje hoger was. Hiep hoi! Kon de cape even opdrogen. Het brood en de kaas van de Coop vanmorgen gingen half op. Tosca rustte even uit, altijd in de schaduw. Ik geloof niet dat ze houdt van de zon. De plek was aangekondigd met een bord, waarop ook de w.c. werd aangeprezen. Invalidentoilet zelfs. Ik rook hem al van verre. Ik ben bang dat als je je er in wurmt met een rolstoel, je er nog meer invalide uit komt, als je al er uit komt. Waarom defaeceert (poept) iedereen op dezelfde plek, terwijl de natuur hier zo wijds is? Omdat we beschaafd zijn?
Het lopen over de autoweg werd redelijk gecompenseerd door de prachtige natuur. Alleen, het vooruitzicht, dat ik dat nog een hele week moet doen, ik niet zo aanlokkelijk. Morgen kom ik in het stadje Grong. Ik wil daar naar de jeugdherberg, al weet ik no dogs allowed. Misschien is het in zo’n reizigersonderkomen nog wel een beetje gezellig, wat “moele” (een gesprek voeren op niveau?), al heb ik daar weinig fiducie in. Zelfs in de rimboe groeten passanten nog niet, bv. fietsers, of iemand die in de tuin werkt bij een afgelegen boerderij. Wat niet wil zeggen, dat ze onaardig zijn, want spreek je iemand aan, dan krijg je een vriendelijk antwoord. In Grong is hopelijk een VVV, waar ze me verder kunnen helpen met de route en overnachtingen. De tent vind ik geen serieuze optie in dit weer, maar ja, als het moet. Over moeten gesproken: Even belachelijk als dat flauwe mopje van de eersteklas middelbare school: een muis en een olifant zeiden thuis: wij willen trouwen. Dat gaat niet was het antwoord. En als het nou eens moet? Eén uit de eindeloze serie muis-olifant mopjes. De een nog flauwer dan de andere. Situatie is niet meer van deze tijd en bovendien zó flauw, dat je al aangeschoten moet zijn, om het te waarderen. Ha, ha.
Na 31 km. kwamen we onaangekondigd aan op camping Vegset bij het dorpje Snåsa, uitspreken snoza. Mijn ezelsbruggetje is “sjnotsnaas” ( snotneus). Zo onthoud ik het tenminste. De dame aan de resepsjon hoort mijn uitleg aan, waarom ik een low budget onderkomen wil. De hut krijg ik voor de helft van de prijs. Oladeladio! En eten? Hebben we niet. Maar na een perencider en twee koffie beloofde ze me vanavond een hamburger te maken. Hoe laat? We spraken 7 uur af en maak er maar twee, zei ik. De man met twee overmollige dochters die aan een tafeltje zaten, reageerde met: vindt u het goed als ik de plaatselijke krant er bij haal? Go your gang, zei ik. De laatste twee keer dat dit gebeurde was in Frankrijk. Ben benieuwd of er iemand van het nieuws komt. Over de twee mollige puberdochters meldde hij, dat hun moeder, zijn eerste vrouw, een Samen was. Er wonen nog 6 samenfamilies hier in de bergen. Wil je erheen? Helaas moest ik weer het bereiken van mijn doel boven het soociaal/culturele aspect van mijn reis stellen.
En dan blijven de nog onopgeloste vragen over waar ik Tosca laat in Hemavan-Tarnaby in Zweden, als ik 23 juni voor een weekje naar Limburg ga. En ook hoe ik van Hemavan-Tarnaby (Zweden) kom bij het vliegveld in het 180 km. noordelijker gelegen Noorse Mo I Rana. Ik denk dat ik een paar dagen te vroeg in Hemavan moet aankomen en dan vragen aan de man/vrouw in de straat, waar zij hun lieveling laten, als ze op reis gaan. Wordt weer improviseren. On verra (naam van de film die Rudie is aan het maken).
Na mijn hamburgers krijg ik te horen, dat ik morgen een interview krijg tussen 8 en half negen ergens. Ben benieuwd. Morgen maar 24 km., naar stadje Grong. Al die mensen die willen meelopen: Schrik niet. Met medewandelaars pas ik mijn afstanden sterk aan naar beneden. Daarom werk ik nu vooruit. Wat een tocht. Keigaaf! Vooral na dit pilsje.
Hoi Har,
Heb me wezenloos gezocht naar een hondenpension in de omgeving van Hemavan. Maar tot nog toe niks gevonden. Ik blijf proberen.
Je schiet wel op hè met deze afstanden.
Ga zo door!
Groetjes.
Hoi Harrie ,nog even deze wat een paar zonnestralen al wondere kun doen ,ziet er meteen heel vriendelijk ,en fleurig uit mooie foto’s ,maar inderdaad ook gevaarlijke situaties .
Ja waar kies je voor !.
Ben weer benieuwd naar morgen ,hou je taai gr Harrie,Marlies 🙂 .
Hoi Francien, ik ben ook bezig met het VVV van Hemavan. Een en ander is lopende. Don’t worry, be happy. Kump good! Gr.