‘S Ochtends heb ik 1,5 u nodig tussen wekker en vertrek. Die tijd zit hem niet zozeer in mijn make up, maar in het alles weer ordenen, inpakken, paard halen, opzadelen, huisje vegen. Uiteindelijk vanochtend na bijna 2 uur, nl. om 8.45 u. klaar. Hospita Chantalle wees me een kortere weg, nl. door de weien. Dat zou minder òm zijn. Ik was al sceptisch, maar dacht God zegene de greep. Steeds recht door. Wat is rechtdoor bij een splitsing in het veld? Bij duidelijk de grootste boom moet je naar rechts, Aldus Chantalle. Daar was duidelijk de grootste, maar wie zegt dat er niet een stuk verder een duidelijk nog veel grootstere boom staat? Ik was liever over de weggetjes van mijn gps gelopen. Ik houd niet van die uitgebreide richtingaanwijzingen. Gaat altijd fout. Maar met behulp van de moderne techniek, gps dus weer, kwam ik er wel uit. Het werd geleidelijk onbewolkt en best wel lekker weer. Overal doodstil, vrij kleinschalig agrarisch landschap, lieflijk glooiend en ik genoot van het wandelen. Piep, piep: sms. Dat is altijd alleen maar goed. Tijdens mijn werk was de tel. vaak de zwarte, witte, moordenaar, al naar gelang. Mijn Lili Marleen! Weer een slaapadres vastgelegd. Vanaf zo’n sms is het dus gewoon weer een fijne dag.
In een stadje vond Tosca een fortuin: een weggegooide witte, plastic zak met een rest belegd brood. Ze sleepte er een paar 100 m. mee voor ze de zak verscheurde en het brood verorberde. Natuurlijk liet ze het plastic liggen. Een paar mensen, waar ik net voorbij was gekomen en die ik al sceptisch zag kijken naar mij, de landloper in het rode jasje, Eric de Roode!, die mensen dus schreeuwden boos van 100 m. verder iets. Ik verstond ze niet. Toen begreep ik dat het om het plastic ging. Is niet van mij, schreeuwde ik geïrriteerd terug en negeerde hun verder. Denken ze soms dat ik vanuit Nederland kom, om de vuilnis van hun stadsgenoten op te komen ruimen? Ze kunnen blij zijn, dat Tosca tenminste een poging daartoe doet. Stelletje opgereegde dreksjkiebele (opgewonden viespeuken). Een paar keer kruiste mijn zelf uitgezochte route de pelgrimsroute naar Santiago. Och, laat ik die maar weer eens een stukje volgen. Ik lijk wel even hardleers als die 2 kornuiten van me: modder, nat gras, verkeerd lopen. Weer van die romantische smalle bruggetjes, bij mooie watermolens, maar waar ik zo de balen van heb, dat ik ze liever duidt met woorden van 3 letters. Dat is niks voor mensen, die met hun paard back to basics willen. Voor die mensen moet je nette, schone, droge, goed gemarkeerde weggetjes maken. Dat Santiagogenootschap begrijpt er niet veel van! Ik heb intussen schoon genoeg van die Santiagowegen in de winter: modderpaden door veld en bos. Dat is allemaal leuk voor mensen, die elk jaar, uiteraard a lleen in de zomer, een weekje een etappe doen van de route. Ik volg nu verder mijn eigen route. Pardon, Saint Jaques. Had je maar duidelijker moeten zijn. Onderweg weer eens de vraag waar ik vandaan kwam. Bedoelen ze Nederland, Z-Spanje, of mijn slaapadres van afgelopen nacht? En waarheen ik ga. Noorwegen, Cape Nord. Het zegt hun waarschijnlijk evenveel als dat de gemiddelde Nederlander weet waar Timboektoe ligt. Ze knikken dan ook begrijpend bij mijn uitleg! Bij Timboektoe krijg ik weer een associatie met de Nijmeegse periode. We waren geoefend in het opzeggen van limmericks. Een limmerick is een 6-regelige versstrofe met het rijmschema aabba. Zo heb ik het op school geleerd. De limericks die ik in Nijmegen leerde hadden als eigenaardigheid, dat ze qua inhoud van een wat dubieus niveau waren. Op mijn middelbare school wisten ze dat blijkbaar niet. Ik moet daar aan denken door Timboektoe. Daar ging er ook een over. Er was eens een man in Timboektoe, die ging naar de hoer op de hoek toe, maar hij had geen duit, dus smeet ze’m d’ruit en dan kwam er nog iets dat rijmde op toe.
Eindelijk aangekomen bij mijn weer zeer afgelegen overnachting, bedenk ik dat ik naar het dorp moet voor wifi en voor inkopen. Dat is 2 km. bergop. Ik vraag de oude huisbaas, of hij Poulidor en Anquetil nog kent: fietsvedetten uit de jaren 60-70. Nou en of. En verder, of hij mij even een fiets kon lenen. Dan was ik niet zo veel tijd kwijt. O.K., ik moest hem wel zelf oppompen. Pas de problème. Fiets ik op dat kinderfietsje met een zadel, zo laag, dat ik met de knieën bijna tegen het stuur kwam, eerst naar het dorp: 2 km. De kaasmaker daar verkocht alleen kaas. Brood was op. Ja maar ik heb broodnodig brood nodig. Je kunt van mijn homp de helft hebben, zei hij, en brak zijn brood doormidden. Ik zou haast zeggen, dat ik hem herkende aan het breken van het brood. Zo aardig! Maar voor een echte winkel moest ik 9 km. terug op mijn route, naar Chatelus. Ja, vooruit dan maar, want het hondenvoer was ook bijna op. Maar wel een beetje snel, want het begon al te schemeren. Dus ik me in het zweet fietsen, berg op, berg af, 18 km heen en terug, om voor pikkedonker “thuis” te zijn. Het kon dan ook niet uitblijven: ketting er af. En met zo’n rotte gesloten kettingkast krijg je die ketting niet zo maar weer er op. Tot mijn eerste auto, zo ergens rond de 25 jaar, heb ik zo veel gefietst, dat die ketting natuurlijk een koud kunstje was. Ik kon nog van geluk spreken, dat ik geen lekke tuub kreeg. Zo is er steeds weer iets anders dat de avond kort maakt. Mijn pakje soep bleek voor 4 personen. Dat kwam goed uit. De halve homp brood van de kaasman ging op bij de quatro-soep. De pizza die ik al dagen in mijn rugzak had moest ook maar eens er aan geloven. Bij gebrek aan magnetrons sleepte ik die pizza maar steeds weer mee naar het volgende adres. Ook hier natuurlijk geen microwave. Dan dat ding maar dubbel vouwen en in de pan. Maar er was geen boter en geen olie. Ik laat ‘m gewoon wat aanbranden. Sj…. egal ( macht kein Flaus aus). Zie foto. Smaakte voortreffelijk. Er was ook een oven die kapot was en een wasmachine, die het niet deed. Voor eventuele koffie waren er kleine melkjes in de ijskast. Ook waren er twee pakken melk, vervaldatum okt. 2014. De huisbaas controleerde de sluiting. Deze is open. Kun je beter maar niet gebruiken. Het ander pak is nog dicht. Kun je nemen. Nou ja, hij is er ook al een stuk in de 70 mee geworden. Het keukenraam stond wagenwijd open, om enige warmte door te kunnen geven naar een tegen de keuken aangebouwde serre. Vele graden gingen zo voor de keuken verloren. Maar och, met de jas aan eten gaat ook. In Nijmegen heb ik vele jaren alles gekookt en gebakken op een kookplaatje van hooguit 20 cm. doorsnede.
Mijn huisbaas neemt mijn pelgrimspaspoort mee, waarschijnlijk ter zekering. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt. Nu maakt me dat niet veel uit, maar er blijkt wel argwaan uit. Een groot voordeel hier is, dat ik, wel tegen betaling, bier uit de frigo kan pakken.
En nu moet ik weer ophouden, anders kom ik weer te laat in bed. Bona sera señorita, kiss me good night, of zo iets, zingt het liedje “Napoli”.
Nou Harrie,dan maak ik de zin maar af ,en deed de deur toe.
Was wel weer een afwisselend tochtje maar je bent er toch maar weer op je slaap adres beland ,ook al is het geen ⭐️⭐️⭐️⭐️Hotel dan is het de volgende Keer wel des te meer misschien weer een super de lux overnachting ,je heb in elk geval een mooi slaap liedje gehoord van Roco Granada ,bona Sera señora .
Voor morgen weer hou je taai gr Harrie,Marlies.
Ik zie het helemaal voor me, u met dat fietsje.
Vlug anders is het sluitingstijd. Haha
Hallo Harrie,
“je moet met de genade meewerken” zei mijn oma altijd. Je kunt moeilijk van St. Jaques verwachten dat hij je helpt als je van hem weg loopt.
Het is nog fideel van hem dat hij je een werkende GPS en een lieve schoonzus geleverd heeft!
Je komt er wel.
Helemaal gelijk. Gaat weer lekker, alleen vandaag grijs en natte sneeuw. Brr. Gr