Maandag.
31 km volgens het boekje, maar de route was kilometers omgelegd en evenzoveel langer, de deugnieten.
Daar loop je dan. Stress? Onder het lopen eigenlijk helemaal niet. Zolang de dieren probleemloos gaan is het wel lekker. Ik kom nauwelijks iemand tegen. De dorpen zijn in de winter uitgestorven: vaak luiken dicht. Woont hier wel iemand? Eenzaam? Ja, maar dat deert me niet, ook al wegens het gezelschap van en de zorg over de dieren. Wat is de zin van deze tocht? Back to basics? Iets origineels doen? Piekprestaties ben ik te oud voor. Endurance is wel nog mogelijk. Mama Alice? Ik weet ook, dat als ik het er op heb zitten, sommige mensen interesse tonen, maar langer dan 5 min. moet je niet vertellen. Dan word je saai. Dus why? (ik houd van rijm). Ik ben Die ben, wordt voor mij: Ik ben, die loopt. Een denker, wie ook weer?, zei ooit: je pense, donc je suis( ik denk, dus ik ben). Voor mij: ik loop, dus ik ben. Vind ik zeker zo’n sterk statement! Ja, vriend Ben Pompi, je ziet veel ge-Ben, dus ook jij wordt gememoreerd. Een oude dame-zaliger, van de Rijksweg in Wahlwiller, zei mij eens: wij liepen vroeger eens in de week met de (honden) kar naar de markt in Aken. 15 km. enkele reis? Zoals een het stromen van een rivier als metafoor voor de levensloop wordt gebruikt, zo geldt voor mij hetzelfde voor mijn trektocht.
Eldridge Clever, een neger-(hoei)aktivist en schrijver in de jaren 60 in de VS beschreef in Soul on Ice de mensen in de tram, ’s avonds op weg naar huis: De belangrijke zakenman, de chique ambtenaar, de werkman in zijn werkkleding, de coquette juf en de onzekere puber. Ze zaten allemaal wat te zijn, en zij, de vermoeide, zwaarlijvige zwarte poetsvrouw. Zij ZAT. Zo is het ook met het lopen: mensen werken aan een lek langs de weg, ze doen inkopen, brengen kinderen ergens heen, en ik, ik wandel. C’est ca! Heerlijk, verslavend. De pas van Leon klinkt als een-en-twin-tig, twee-en-twin-tig, net het tempo van de hartslag, en ik merk dat we vaak dezelfde pas aanhouden, Leon loerend op een polletje goed gras, klaar om er heen te duiken en ik idem, klaar om Leon te waarschuwen: pas, op, hè. Zó komen we nooit aan. Misschien zielig, maar hij kan beter nu doorlopen met zijn last, om straks, aan het eind van de dag des te langer onbelast te kunnen grazen. Ik loop, dus ik ben.
Maar nu het relaas van vandaag.
Lekker weer, vanmiddag zelfs met opgestroopte mouwen in de zon gelopen.
Wisselend landschap, leek vaak wat op ons Zuid-Limburg, alleen natuurlijk minder mooi?! Maar eerst de ochtend. Om precies 8 uur was de eigenaresse van de binnenplaats waar de dieren lagen/stonden vastgebonden, aanwezig, om de poort open te sluiten. Ze was iets jonger nog dan ik, schat ik, met nog 3 zichtbare tanden en geen woord mee te wisselen. Ik met veel vroeging mijn hartediefjes losgemaakt. Zie foto’s. Tosca had 16 uur vastgebonden gezeten. Hoe moest dat met pinkelen en cas cas? Leon nog brood en krachtvoer gegeven. Tot mijn verbazing had Tosca geen honger. Overdag was Tosca aktief “wie immer” en Leon trok duidelijk minder dan anders. Zijn die dieren van ijzer? Zo baas, zo hond. Ik liet Leon overdag wat meer pave (wreten) en daar leek die genoegen mee te nemen. De vacht is aan het verdwijnen onder de riemen van het pakzadel, dus heb ik de borstriem en de bilriemen verwijderd. Per slot van rekening rijdt een ruiter van 70 kg ook met alleen maar een buikriem onder het zadel. Dat ging dus ook goed. Het pakzadel bleef goed op zijn plaats.
De herberg voor vanavond had ik gisteren al besproken. Naar een hoefsmid zou worden gezocht. De toekomst lacht ons weer tegemoet. Het stadje Benevente werd zonder grote problemen genomen. Midden in de drukke winkelstraat, in een open nis even gepind met een hand, met paard Leon en hond Tosca in de andere hand. De filiaaldirekteur kwam lachend naar buiten gerend, om het pinnend paard van alle kanten te fotograferen. Zeker een uur verloren met de weg zoeken. Geine gofy (Mestreechs veur plitie, wout, blauwe, smeris, deender) wat mich de pis lauw maakde.
Probleem is, dat de door mij gevolgde historische Via de la Plata nog 60 km naar het noorden loopt en dan eindigt in de stad Astorga. De Santiagolopers zijn dan al een 20 km terug afgeslagen naar het westen. In Astorga stuit ik op de oost-west route die vanuit Frankrijk naar Santiago loopt, de zogenaamde Camino Frances. Maar dit stukje Via de la Plata wat ik nu loop wordt door pelgrims niet of nauwelijks gelopen. Dus geen pijlen, geen wegwijzers, slechte infrastruktuur. Zoek het maar uit.
In Villabrázaro fotografeerde ik de kerktoren, met natuurlijk weer een ooievaarsnest. Omdat ik geen kinderen zag, überhaupt geen mensen, behalve deze 2 oudere jongeren van de foto, had ik hun willen vragen met de ooievaar samen te gaan werken en dit dorp letterlijk nieuw leven in te blazen (blazen?). Wel zag een van de oude bazen direct, dat Leon een ijzer miste, én, hij vond Leon wel erg beladen. Ik moest hem daar gelijk in geven. Spreek je Frans, vroeg een van hun mij. Ja! Zegt hij, nauwelijks verstaanbaar, ua revior (au revoir in het Villabrázaroos). Ook hier weer de resten van een verdwijnende/verdwenen eeuwenoude landbouwcultuur: lemen huizen, oude karren, in elkaar zakkend, middeleeuwse bruggen, met daarnaast de moderne. Oude, in het zwart gehulde vrouwtjes, met onder de plak (hoofddoek) lang, nooit gewassen vettig haar. Daarnaast veel mensen met piercings en verder alle modieuze grillen, die ik ook thuis in Nl. ben gewend. Ook valt me op dat in elk park, maar ook vaak op het centrale dorpsplein, fitnesstoestellen staan.
Aangekomen bij de herberg bel ik het telefoonnummer dat op de deur staat geplakt. Kort daarna komt een dame aan om de deur open te sluiten. Er is inderdaad warm water, waspoeder en een centrifuge en een electrisch verwarminkje. O.k., dan maar even de was doen. Leon en Tosca stonden buiten vastgebonden te wachten tot ik klaar was met me te installeren. Een passant wenkte me: loop met me mee. Ik heb een afgezette wei voor je paard, met een af te sluiten hek. Mij was door de beheerster van de albergue al het plaatselijke voetbalveld toegezegd voor Leon, met lekker hoog gras, maar dat was niet afgesloten. De passant zei: Morgenvroeg 9 uur. Te laat, zei ik. Goed, 8.30 u. Bale (o.k.).
En de hoefsmid? In de verre omgeving is er geen. Vandaag merkte ik niet dat Leon last had van het ontbrekende ijzer voor. Zou hij last krijgen, dan heb ik nog de hoefschoenen bij me. Leuk is dat ik nu weet wat raduro? is. Welke Spaans leraar weet dat? Ik wel, nl. hoefsmid. Doet me denken aan dat peutertje
N.b. Het spijt me dat steeds diezelfde onjehoebelde kop op de selfie staat, maar Tosca en Leon heb ik nog niet kunnen leren een foto te maken. Per slot van rekening moet er bewijs zijn, dat ik deze tocht ook zelf loop, in plaats van een jaar in een hotel te zitten aan de Spaanse zuidkust en daar een blog te verzinnen met allerlei van internet ge”bietste” foto’s.
Het is nu 21.45 u. Ik zit hier in de bar mijn avondeten, 3 raciones tapa’s met een pils, op te eten, met het nieuwe geld, dat ik met Leon heb gepind. Mmmmm. Net de albergue voor morgen besproken. Mi problema esta mi caballo. Caballo si ….. En verder …., no problema. Dus, herhaal ik, caballo no problema. Nou, dan zal het wel goed komen. Ik weer nog betere zin. Oladeladio! Over een nachtelijk onderkomen voor Tosca praat ik al niet meer. Dan gaan ze toch maar moeilijk doen. Nou ligt ze ook al heerlijk op de mat in het voorportaal van de herberg, met een lekker vol penske, te pitten. Wie doet ons wat!
Alweer een zorg minder met die pinautomaat. Die smid zal dan ook wel komen. Gr Merie
Tis een Herrador die hoefsmid , de raduro zal wel de hoefsmid van een Spanjaard zijn met meer als gelispel als “probleem” . Mooi verhaal Harrie, de beestjes die doen het goed hier en daar een riempje verstellen is niet verkeerd. Wij zijn zwaar aan het afkicken qua lopen, snachts kramp van het niet lopen. Het is zeker verslavend , nu is het na het ontbijten zitten en thuis wat klooijen , terwijl je gevoel zegt : ” kom op klaarmaken rugzak op en gaan, na het volgende Menu del Dia” . ;-).
grtjs rob
ps. die Herrador die komt van vertaal site….de raduro kon ik niet vinden.
Dat is toch alweer een vrolijker verslag van jullie pelgrims al weer het nodige meegemaakt.
En voor je viervoeters was het nu ook zeer aangenaam .
Wat die fitnis toestellen daar moeten ? Misschien voor de oudjes dat de botjes wat soepel worden om niet in een verzorgingstehuis terecht te komen .
Het gaat je goed hou je taai en tot de volgende .gr Harrie,Marlies.
Je pense donc je suis= Descartes 🙂
Vanaf nu komen de (sporadische) pelgrims je dus tegemoet. Die zie je dan dus maar één keer…
Groot
Michiel
Tot nu toe valt alles op zijn/haar plaats. Gr.x
Ik verstond raduro of zoiets, misschien in plat hier, zoewie bij us hoofschmeed i.p.v. hoefsmid. Ik mis o.a. iemand die fatsoendelijknSpaans kan. Ik heb nu een soort ziekenzaal met wel 30 ziekenhuisbedden voor me alleen plus 4 douches. Kun je ook geen ruzie krijgen. Gr.
Hou Marlies, ik hoor v jou elke dag. Je doet zeker ook aan fitness, dat je zo aktief bent, of ligt dat a d naam v je man, Harrie? Gr.
Descartes, dacht ik ook al, maar ik twijfelde met Louis de Funes. Kan hier alleen met mezelf OH-en. En ik ken mijn eigen grapjes al. Maar als je d be humor van alles inziet, blijft het allemaal leuk. Hoop dat dieren ook kunnen lachen, al hebben die daar in mijn geval wat minder reden voor. Hasta la proxima.