7 December 2014. Agės. Ongeveer 36 km.

Korenbloemen in de berm

Korenbloemen in de berm

image

image

Eulalie, zo heet mijn wisentstier

Eulalie, zo heet mijn wisentstier


Tosca ligt in het hooi, vlak bij paard leon

Zondag.
Omdat ik vandaag zo’n lange route had, wilde ik gisteren in de molen in Tardajos vroeg naar bed. Maar op zaterdag zijn alle horecagelegenheden tjokvol. Ik wilde Tosca naar binnen halen om 10 uur. Hetzelfde verhaal als in Leon, nl. dan moest ik met haar langs de ingang. En daar stonden constant rokers buiten. Ik ben maar gaan slapen met alles aan. Dan wordt ik toch zó weer wakker en kan ik opnieuw kijken, of de kust veilig is. Eindelijk, om 11 uur had ik mijn kans schoon. Na vele uren op haar stuk plastic, met daarop karton, in haar jasje opgerold gelegen te hebben in de kou, kon Tosca de doucheruimte van mijn kamer in. Die sproeier zou ik dan ’s anderendaags maar even hoeven aan te zetten en al haar haar (ik sjtroddel =) stotter niet) spoelt naar het putje waar ik het kan opruimen. Zo gezegd, zo gedaan. Terwijl ik vanmorgen de badkamer schoonmaak, bind ik het monster heel kort vast aan een beddenpoot, zodat ze niet op het bed kan springen. Begint het loeder met één poot over de lakens te krabben. Na een standje begint ze zich verongelijkt uitgebreid te krabben: verdomde puta perra, weer plukken haar. Kan ik opnieuw beginnen. Dan maar direct er uit, jij, de kou in, om 7,30 uur vanochtend.
Leon gehaald van zijn veldje, 500 m. verder, alles opgeladen en vastgesjord en maar ju: op pad. Leon, blij eindelijk weer eens te kunnen bewegen, na 1 dag en 2 nachten aan een touw op een grasveld, rukt zich los, de verrekkeling. Met volle bepakking in galop door de omgeploegde vette klei. En Tosca enthousiast er achter aan. Mijn geblèr haalde niets uit, maakte hooguit de buurt wakker. Afijn, ome Harrie krijgt zijn liefjes uiteindelijk weer te pakken.
Na 45 min. op weg te zijn, meende ik een sms-bericht te horen binnenkomen. Even kijken. Mijn linker-broekzak leeg. En dat is de vaste plaats voor de handy. Moet er uit zijn gevallen tijdens het racen in de klei, achter Leon aan. Dan maar terug het veld in op zoek naar het mobieltje. In de paardensporen in de leem moet dat ding toch te vinden zijn. Bah, met paard en hond weer door de vette klei baggeren over de sporen door die natte rotzooi. Een hoop tijdverlies op deze lange, moeilijke dag door Burgos. Zonder gsm kan ik geen herberg reserveren, mijn dierbaren niet bereiken. Verdomd, dit teruglopen en zoeken betekent dat ik dus nooit voor donker aankom, ik moet immers nog helemaal door Burgos, en dan nog eens moeten kijken of ik wel akkoord kan gaan met het onderkomen (met of zonder eten) voor mijn dieren. Maar ik hoorde toch dat sms- bericht straks of was dat verbeelding? Dus toen was ik de gsm nog niet kwijt. Ik nog eens alles nagevoeld. Ken uw eigen lijf. Daarna eventueel dat van uw naaste. Wat was dat tussen mijn broek en overbroek, vasthangend boven mijn camachen (“camachen” is niks sexueels hoor, maar enkel/kuitbeschermers tegen regen en sneeuw)? Pffff, wat een opluchting: de handy.
Zo zie je, allemaal ontzettend pietluttige dingen die me bezighouden, maar die wel alles bepalen. De miezerregen deerde ons niet. De dieren liepen weer als tierelieren, het landschap was wel mooi en de route duidelijk. Dat wil zeggen, tot Burgos. Want het stuk tot Burgos had ik gisteren zonder de dieren al voorgelopen. Gisteren vond ik onderweg naar Burgos een nog goede werkhandschoen. Direct inpakken. Vannacht drogen en morgen gebruiksklaar. Wel lekker, want het touw van het paard is altijd smerig, koud en nat. Maar die handschoen wist te ontsnappen. Kl… ding! En hiep hoi, vandaag, op weg naar Burgos, kwam ik hem/haar (is handschoen mannelijk of vrouwelijk?) weer tegen. Dacht zo’n stomme hėjs (handschoen) mij te kunnen kulle (voor de gek houden). Moet die vroeger opstaan. Deh da doe doa (zo, nou jij dan)!
In Burgos sprak een man me aan. Ik vergezel je wel, zei hij, zodat je niet midden door de stad hoeft. De goeierd loodste mij 8 à 10 km. via mooie parken de stad uit en verder hielp me mijn gps, tot ik voorbij de stad de Camino de Santiago weer terug vond. Dolle pret dus.
In Cardeñuela-Riopico, één straat maar, speelde de plaatselijk kapel voor het lokale café: 2 blazers en een trommelaar. Dat moet gefilmd worden. Speciaal voor mijn film speelden ze iets en hadden het maar over “sombrero”. Tot tenslotte bleek dat dit de naam was van het muzieknummer. Gelach in de menigte. Zo hebben we onze leuke momenten. Helaas vergeten een foto te maken.
Verder werd ik herinnerd aan Eulalie. Mijn 2 wisenten kregen, jaren geleden, volgens plan, een kalf. Ons Franse nichtje Amélie vroeg hoe het kalf heette. Geen naam. Gewoon kalf. Amélie noemde het kalf Eulalie, een heilige waar ik nog nooit van had gehoord. Maar kalf Eulalie overleefde het niet. Nou, dan geven we die naam toch aan de vaderwisent. Dus nu loopt bij ons een reusachtige wisentstier in de huiswei met de naam Eulalie. Zie foto. Zo heb ik onderweg steeds grappige, en soms ook wel eens minder grappige associaties en amuseer ik me wel.
En nu zit ik in een prachtig gehucht, Agès. Veel mooie oude stenen huizen, veel met vakwerk. De dieren zijn ondergebracht in een eeuwenoude stal, onder een historische woning, lekker onder dak, Leon met goed hooi en Tosca vlak bij hem, lekker met een strobed. Foto’s. De dag dus weer klasse afgesloten. En wie weet wat ons nog allemaal te wachten staat. Nog maar één grote zorg, het adres voor morgen, in verband met de dieren. Ja, ik kan het ook niet helpen, dat mijn gelamenteer meer van hetzelfde wordt. Over 5 d. krijg ik gezelschap en dan hoop ik, dat er weer meer gelachen kan worden.

Geef uw mening

*