29 November 2014. Reliegos 30 km.

Volgens mij zijn dit bodega's. Moet ik nog opzoeken. Tosca probeert voor mij een fles te tikken (jatten)

Volgens mij zijn dit bodega’s. Moet ik nog opzoeken. Tosca probeert voor mij een fles te tikken (jatten)

Leon durft alles: bruggen, sloten, honden

Leon durft alles: bruggen, sloten, honden

De vaak smalle doorgangen zijn niet berekend op pakpaarden. De tas begint te scheuren. Bale!

De vaak smalle doorgangen zijn niet berekend op pakpaarden. De tas begint te scheuren. Bale!

Bodega, wijnopslag, met Tosca die voor mij probeert een fles te bietsen

Bodega, wijnopslag, met Tosca die voor mij probeert een fles te bietsen

Bisschoppelijk paleis Leon, nu een, voor mij te dure, parador

Bisschoppelijk paleis Leon, nu een, voor mij te dure, parador

imageIk, na de afwijzing in de herberg van Mansilla de las Mullas Ik, na de afwijzing in de herberg van Mansilla de las Mullas
Eind goed, al goed, deze pijl wijst richting herberg

Eind goed, al goed, deze pijl wijst richting herberg


Zaterdag.
Dat waren er weer zo’n kleine 30 km., als het niet meer was, door het verkeerd lopen. De hele nacht was er muziek onder mijn kamer, in de bar Arcos in buitenwijk Trobajo del Camino van de stad Leon. Toen ik vanmorgen om 7 u. Tosca naar buiten wilde smokkelen in het donker, zat ik verdorie voor de 3e keer met het probleem, dat ik met Tosca langs die glazen bardeur moest, waar de zoon van mijn hospita barman was. Weer een blokje om en Tosca werd vast gemaakt aan gene zijde voorbij de bardeur. De op een na laatste gast had intussen net de bar verlaten. Ik vroeg een koffie en vroeg de weg. De laatste gast, broer van de barman, zou me op de juiste route zetten. Halfzat en slaapdronken zette hij mij op de verkeerde route en ging een volgende bar in. Met mijn gps, veel zoeken en verkeerd lopen kwamen we de stad Leon wel door en ik kreeg weer goede zin. De route was redelijk te vinden, alles vlak, tamelijk veel routemarkeringen, voornamelijk gele pijlen op de weg, stoep, lantaarnpaal. Foto. Als je die een paar km. niet hebt gezien, weet je dat je fout zit. Ik liep dus fluitend door de stad. Langs het politiestation. Daar keken ze in het geheel niet op. Gekken zoals ik op de Camino Frances zijn ze daar wel gewend. En ik lol. Deze route, de Camino Frances, is nl. overlopen. Vorig jaar meer dan 200.000 pelgrims. Paard Leon bleek niet zo veel honger te hebben. Dat betekent minder trekken naar de berm. Pony Leon heeft de eigenaardigheid, om op kruisingen van wegen stil te blijven staan en zelf mee te denken welke kant we zouden opgaan. Nu is dat in de stad vrij onhandig. Midden op een kruispunt verrekt hij het dan om een poot te verzetten. Dan schiet opvoeding door/met liefde even te kort. Want lopen zàl hij, en wel nu direct. Een politieman, met zijn politiewagen voor het stoplicht, bekeek het tafereel vóór hem stoïcijns. Hij kon mij natuurlijk bekeuren, maar dat zou een ingewikkelde manoevre worden en niks oplossen. Hij kocht geld voor zijn eieren en deed of zijn neus bloedde.
Het was windstil, redelijk zacht weer. Waterig zonnetje. En de zekerheid van een onderdak voor ons alledrie vanavond in dorp Mansilla de las Mullas. Het was veel saai lopen langs de weg. Hier en daar waren kunstmatige kelders te zien, met een hoop grond er over, waarin wijn wordt bewaard:
Bodega’s: ’s zomers koel, ’s winters relatief warm. Wel mooi om in de verte de imposante bergen van de Picos de Europa steeds te zien. Ik verheugde me over het toch wel voorspoedig verloop van mijn tocht en over het vooruitzicht dat ik vanavond, met wifi, alle regelingen weer bij kan werken. Ook zou ik lekker vroeg aankomen, zodat ik nog wat inkopen kon doen voor de zondag.
Mansilla de las Mullas: mooie stadswallen, aan een riviertje, met veel gras tussen de rivieroever en stadswal. Dat leek een geschikte pleisterplaats voor Leon. Ik laad Leon af bij de albergue, hijs heel die 60 kg. aan bagagetassen, zadel, paardendeken enz. naar binnen, de herberg in, maak Tosca vast op de binnenplaats en loop zonder hond Tosca, maar met paard Leon terug naar de beoogde rivieroever, buiten de stadswal, een hele wandeling. Terwijl ik langs de rivier een plek zocht om Leon vast te binden, hoorde ik iemand vanaf een brug over de rivier schreeuwen naar mij. Krijg ik hulp? Amehoela, Had je gedacht. De beheerder van de herberg: De hond kan absoluut niet op de binnenplaats blijven. Stik de moord kerel, dacht ik, maar ik had niets te willen. Op zo’n momenten baal je echt. Daar lusten de honden geen pienso (Spaans, in dit geval brood) van. Dan maar het hele stuk terug met het paard naar de herberg, alles opladen. Maar eerst nog even de herberg, waar op dat moment de beheerder niet meer was, ingaan, om via wifi te zoeken waar ik vanmiddag dan wėl heen kon gaan. Weer tegenslag: Wifi funktioneerde daar ook al niet. Op zo’n momenten denk je: is ’t dit allemaal wel waard? Waarom doe ik deze heisa eigenlijk? Afgewezen worden in herbergen, geen onderdak vinden, koude, regen enz. Moet ik me zo nodig nog bewijzen op mijn 63ste? Ouwe gek! Gelukkig kwam net een Fransman de albergue binnen. Ik vroeg of hij een lijst had met herbergen op deze route. Inderdaad, en mėt telefoonnummers. Ja, gelukt. 5 Km verderop kon ik met paard en hond terecht. Dus vol goede moed op naar het volgende dorp, Reliegos, 5 km verder. Ik heb me verlopen, dus het werden er 7 of 8. Daar werd me een grasveldje gewezen door de vriendelijke beheerster en woefke Tosca mocht worden vastgebonden in een grote zaal, die niet werd gebruikt. Wat een bof. Typisch voor deze tocht is het wisselend gevoel van “himmelhoch jauchzend, zum Toden betrüpt, maar dan andersom. In het hele dorp geen wifi. Wel waren in de herberg 2 kwezels. Eén, ’n fransoos van 53 j., heeft al 29 x deze route gelopen. Onderweg sleept hij steeds 2 zakken mee waarin hij alle afval verzamelt van andere pelgrims. Speciaal daarvoor had hij zo’n opraapinstrument bij zich. Eigenlijk was hij beroepspelgrim. Dus blijkbaar zijn er nog andere weirdo’s dan ik op de weg. Ik vertelde hem, in het Frans, dat ik internet nodig had, om te zoeken naar een herberg, en die ook nog open is in de winter en die dieren accepteert, en die op de juiste afstand ligt etc. etc. J’en ai, voilà, pour toi. Oledeladio, krijg ik daar een lijst met alle herbergen op mijn route in Spanje, of ze in de winter open zijn, telefoonnummers en voorzieningen en de afstanden ertussen.
Niet gespeend van enig gezond egoïsme aanvaard ik deze gulle gave direct. En jij dan, vraag ik de wandelende vuilniswagen? Ik ken de route uit mijn hoofd, zegt de geroutineerde weirdo-kwezel. O.k. allé dan maar. Um te pune (kussen). De andere pelgrim is een Italiaanse, die alleen maar bidt. Ze was komen lopen vanuit Asisië en sprak 4 talen (zei ze). Van haar Frans verstond ik minder dan de Spanjaarden van mijn Spaans, maar dat kan aan mij liggen. Het gesprek ging over pelgrimeren, de litanie van Brigida: had ik nooit van gehoord. Zij had die in het Italiaans, een heel boekje; hij had de litanie in het Frans. De Italiaanse speet het, dat het haar nooit gelukt was de litanie helemaal van buiten te leren. Ja, mijn tafelgenoten hadden een ietwat ander referentiekader dan ik.
– Brigida (1 februari), patrones van Ierland, werd omstreeks 455 gedoopt door een leerling van St. Patrick. Zij was de stichteres en abdis van het klooster Kildare (Ierland) en leefde in afzondering van de wereld in een cel onder een grote eik. Brigida karnde de melk van haar koe en gaf de boter weg aan de armen. De heilige wordt daarom vaak afgebeeld met een koe die aan haar voeten ligt. Brigida is patroonheilige van de veeteelt en wordt veelal aangeroepen tegen ziekten onder het vee.
Over Brigida heb ik Wikipedia geraadpleegd:
Daarnaast wordt zij ook wel beschouwd als beschermster van armen, kraamvrouwen en kinderen. Zij werd vooral vereerd in de Keltische gebieden, maar bijvoorbeeld ook in het Nederrijngebied en in de Nederlanden.
De plaatselijke petik (winkeltje) bezocht: Gesloten. Zonodig bellen, stond op een briefje. Het was zaterdagavond 19.30 u. Dat kon ik niet maken. Terug in de herberg zegt de Franse beroepspelgrim: je had moeten aanbellen; heb ik óók gedaan. Door de miezerregen loop ik weer terug naar het kabouterwinkeltje. Aangebeld. Zo gezegd, zo gedaan, en ik met de nieuwe voorraad avondeten naar de herberg. Eten gekookt, gezamenlijk gegeten. Gebeld voor een onderdak morgen voor mijn twee dieren en mij, in Bercianos del Real Camino en dan kan ik nu weer gerust gaan slapen. Voor me bidden doen die andere twee al.

Reacties

  1. Hoi Harrie ,ik heb je foto’s en het verslag weer met verbazing en petje af weer doorgenomen .
    Ik kon wel slecht zien of jij dat was op de foto waar je als versteend op de trappen ligt ,zou zo maar kunnen met al die lage en natte temperatuur 🙂 :):)
    Maar ik moet jullie drie musketiers toch nageven jullie gaan er steeds weer voor .
    Hou je taai en de gr Harrie,Marlies.

Geef uw mening

*