Gisteravond, terwijl ik een maaltijd was aan het bereiden van twee soorten pasta, die ik vond in de gemeenschappelijke keuken van mijn gang, samen met dikke worsten, die ik nog vond in de ijskast, ketchup erbij, kwam een dame, enige jaren jonger dan ik, zich melden. Ik heet Mirja, van Mirjam. Ik ben Henricus gedoopt, but my better friends may call me Harry. Finse Mirja had de kamer naast de mijne gekregen. Ik eet mijn prakje op, verzorg Tosca, probeer nog wat foto’s van mijn handy op mijn blog te krijgen, vergeefs. Om 23.30 u. Finse tijd (in mijn beleving nog pas 22.30 u.), klop ik op Mirja’s deur, die open stond. Mirja, er speelt een band vanaf 23.30 u. in de bar van het hoofdgebouw. Ik drink daar 45 min. of zo een pils en dan is het voor mij, “ouwe buul”, bedtijd. Interesse? Ze had me al verteld, dat ze cello-musica was en o.a. muziekles gaf aan gehandicapten, o.a. aan stommen. Enigszins twijfelend ging ze mee naar de band. Uiteraard oorverdovend lawaai. Je kon geen woord wisselen. Nu moest ze dat wel gewend zijn met die pupillen met een spraakstoornis. Maar in een avond gebarentaal met iemand die ik niet ken, daar had ik niet veel “prik” ( zin) in. Er zaten wat opgedirkte chickjes bij elkaar aan een tafel, wat grote, pasteuze, ruige Finse binken aan een andere tafel. Binnen 10 min. waren we terug in ons eigen gebouw, zonder pils te hebben gehad. We installeerden ons in de gemeenschappelijke zitkamer van de barak, zij haalde een fles Italiaanse Pinot Grigio uit de auto en we praatten, geholpen door de vino een paar uur vol. Ik verstond haar gebrekkige Engels slecht, of lag het aan mijn oren? Over van alles en nog wat: muziek, de kinderen, het bergwandelen enz. enz. Vaak knikte ik ook maar gewoon, begrijpend, wat soms niet de bedoeling was, blijkens een vervolgopmerking of – vraag van haar. Zoals de meeste gasten hier is ze van plan een aantal dagen te wandelen en dan weer huiswaarts te gaan. Ze klaagde wat over artrosis in de voeten, over eten meenemen voor 10 dagen. Bij haar forse overgewicht ging ze dat volgens mij niet redden. Dat inzicht bracht haar er toe mij een deel van haar voedselproviand achter te laten. Niet gek. Na vanochtend gezamenlijk ontbeten te hebben in het restaurant (zit in de herbergprijs) ging ze pakken en vertrok.
Ik deed een paar inkopen, zoals wat eten, vond in een outdoorzaakje een nieuwe regenhoes voor mijn rugzak, waar ik erg blij mee ben.
Nestel me weer in de lobby van het hoofdgebouw om verder mijn route te detailleren. Verschillende keren viel de stroom uit. Dat is knap lastig, want dan duurt het weer 10 min. voordat wifi beschikbaar is.
Een vriendelijk ogende man, met lang haar, bruine ogen en een stoppelbaard boven zijn kleine witte boordje, spreekt me aan. Have a seat, nodig ik hem uit. Hij was geestelijke, zei hij. Had ik al gezien aan zijn boordje, antwoordde ik. We spraken een uur of zo over wandelen, bekeken wandelkaarten, over pelgrimeren en pelgrimsroutes. Weer valt de stroom uit voor de zoveelste keer. De receptioniste, waarvoor ik intussen al twee dagen het al dan niet boeiende uitzicht ben, en ik schieten in een lach. Ja, het is wel vol te houden hier.
Ik kijk vooruit naar de volgende ontdekkingen de komende weken. Maar ook zie ik op tegen de lange bergroutes van soms meer dan 30 km, met weer een loodzware rugzak de eerste dagen. Pas na 8 of 9 dagen bereik ik dan weer een plek met proviand en elektriciteit. Dus dat wordt weer “sjörrige” (sjouwen). Ook blijft het koud, winderig en nat met zeer laag hangende bewolking. De koudste zomer sinds vele jaren. “Anders is het altijd mooi weer in ’s zomers Lapland”. Ja, zal wel.
Van Jan, die me in Spanje een poos vergezelde en van zijn Hannie kreeg ik een email over een blog van iemand, die jaren geleden van Friesland naar de Noordkaap was gelopen. In deze streken had hij gelukkig dezelfde ervaringen gehad als ik: slecht weer, koud, nat, dood- en doodmoe, soms te weinig eten en daarbij liep hij gemiddeld duidelijk kortere afstanden. Vaak maar enige kilometers per dag. Dat stelt me weer enigszins gerust over mijn eigen body. Velen komen hier zichzelf tegen. En dat is ook de bedoeling. Het wordt dus niet gemakkelijk uitlopen. Het blijft spitsroede lopen.
Nu ben ik dat ook wel in mijn werk vroeger gewend. Voordat die huisartsenposten bestonden, werkten we vaak zeer lange weken met een minimum aan nachtrust, onder hoogspanning en was er geen tijd voor koffiepauzes en gezellig keuvelen bij grootmoeders, zoals de leek zich dat voorstelt van de huisartsenij. Vooral als de associé, of collega’s op vakantie waren. Bevallingen kwamen daarbij, verkeersongelukken en een rayon, dat liep van Simpelveld t/m Cadier en Keer, een gebied van wel 15-20 km. doorsnede over binnenwegen, zonder handy of gps. Eigenlijk ondoenlijk bij spoed. Moraal van dit verhaal? Niet te moeilijk doen over stressen en volhouden. Gewoon doorgaan. Collega’s Jan en Paul H van mijn sportclub kunnen dit beamen.
Intussen is het 15 u. Ik geloof dat ik de foto’s van 28 en 29 juli op de blog heb gekregen na een paar uur “udderen” en oponthoud door stroomuitval. Ik maak een restje pasta klaar, met weer dikke worsten die nog in de ijskast lagen, aangevuld met tomaten en worsten van intussen vertrokken Mirja.
Goed zo Harrie goed eten ,en graag in Finland zijn 🙂
Was weer een leuk verslag van jou kan me er meteen een voorstelling van maken hoe dat in werking is gegaan ,hels kabaal en niets kunnen verstaan ,weg wezen groot gelijk .
En je over die barre routes die je nog moet door kruisen heb met je te doen .
Maar je kunt het ,de laaste loodjes ,hou je taai .hr Harrie,Marlies 🙂 .
Hoi Marlies, wat die barre routes betreft, ze zijn ook mooi en zonder uitdagingen zou ik het toch maar een saaie boel vinden, dus morgen weer an ‘m. Gr.