31 December 2014. Pellegrue

Wijn tanks

Wit bevroren velden

Begraafplaats voor een niet-katholiek

Nog een begraafplaats van een niet- katholiek

Kerststallen in Castelmoron d’Albret

Woensdag.
Na ontbijt samen met echtpaar Lacaux in les Esseintes, Petit Champ 1. Z33194, bracht de madame Servé naar het station van La Réole. Door een bevroren wissel waren er al direct problemen, maar omdat ik hier in Pellegrue geen tel. netwerkbereik heb, kan ik niet Servé, of wie dan ook, bellen, om te vragen hoe het gegaan is. Het had weer flink gevroren. Leon had veel hooi gekregen en wat gras. Tosca had zich als een prinses geïnstalleerd op een zachte bank met dekens, in de serre en Servé en ik deelden een 2-persoonsbed. Nadat mevr. terug was van het wegbrengen van Servé werd vertrokken om 9 uur. Ik kreeg hardgekookte eieren, brood, cake, warme koffie, een appel en wat oud brood voor Leon mee. Zijzelf begeleidde me het eerste uur. Gezellig samen babbelend ging de tijd snel. Na een omhelzing en de gebruikelijke 2 kussen, draaide ze om. Ze had ons graag nog langer gehad, zei ze, Servé moest bellen, of hij goed thuis was aangekomen en we moesten zeker een kaart sturen. Blij met zoveel hartelijkheid zette ik mijn tocht tevreden voort.
De hele dag bleef het wit bevroren in de schaduw, maar het was lekker zonnig en onbewolkt. Voor het eerst zag ik vandaag de Bordeaux-wijngaarden. Ook hier wordt de wijn gemaakt in tanks, die in open schuren staan, waar het nu dus ongeveer in vriest. Bij ons wordt steeds beweerd, dat de temp. niet veel mag schommelen etc., maar hier lijkt dat met een korrel zout te worden genomen (foto). Mevr. Lacaux had me op het hart gedrukt, dat ik de kleinste gemeente van Frankrijk moest bezichtigen: Castelmoron d’Albret. Behalve dat het een prachtig historisch bergdorpje is, net als mijn Vijlen!, staat het er om bekend, dat elk huis een kerststal heeft, vaak uit verre landen. Zowiezo vind ik dit een mooie streek. Glooiend, net wat meer dan Z-Limburg, vele mooie oude huizen, kastelen, prachtige kerkjes, watermolens en lekker rustig. Maar ja, zo in de namiddag begint dan de dagelijkse ongerustheid weer op te komen. De wind werd al goed koud, avondrood als voorteken van een nacht strenge vorst. Als de deurcode, die ik tel. doorkreeg van het Office de Tourism maar klopt. Als ik maar een goede plek vind voor de dieren. Vanavond kan ik niemand om hulp vragen. Niemand heeft zin in een oude pottekijker op oudjaar! Aangekomen in Pellegrue toch maar even naar het gemeentehuisje om te verifieren of alles goed is afgesproken. Daarom had ik haast, om op tijd aan te komen, want anders zou het gemeentehuis misschien dicht zijn. Potverdorie Leon, loop toch wat sneller. Vreet niet steeds in die berm. Gelukkig op tijd in Pellegrue. Oh, hebt u een paard en een hond, maar dat gaat niet. Had dat maar laten weten, dan hadden we iets kunnen regelen. Ik weer: als ik dat van te voren laat weten, word ik op de helft van de plaatsen al bij voorbaat geweerd. Ik zoek zelf wel een plek voor de dieren. Een dienstklopper uit een kamer daarnaast, die het verhaal had gehoord, ging zich ermee bemoeien: dieren mogen niet in de gemeente worden ondergebracht, zowiezo geen hond in de herberg en bovendien, de herberg is gesloten. Ik dacht: kerel, ga jij weer onder het paard hangen! Ik: als ik maar in de gemeentelijke pelgrimopvang mag, dan zorg ik zelf wel voor een onderkomen voor de dieren. Tosca dus bij mij vannacht, had ik al bedacht en voor Leon had ik al een mogelijk stuk gras gezien. Ik kan niet verder lopen, nu op oudejaarsavond, zei ik, in deze kou. We gaan kijken wat we voor u kunnen doen, zei een van de dames. Als u mij maar in de herberg laat, zei ik. Ja, maar wij zijn verantwoordelijk, ook voor de dieren. Hier wonen veel Portugese gastarbeiders, die werken in de druiventeelt, en als die vannacht bezopen zijn, dan maken ze in baldadigheid uw paard misschien los en dan krijgen wij de schuld, dat we niet goed voor u gezorgd hebben. Dat klonk al wat hoopgevender. Leon staat nu in de tuin van het gemeentehuis, heeft wat gras en staat daar veilig tegen diefstal. Ik zit nu, met oudjaar, helemaal alleen in het koude pelgrimsonderkomen, samen met Tosca. Het plaatselijk café opent de deur om 21 u, ongeveer de tijd, dat ik van plan ben de kooi in te gaan, om morgen weer op tijd op pad te zijn. Voor morgenavond ben ik ook onder de pannen, voor vrijdagavond hoogstwaarschijnlijk ook, maar daarna, dat wordt nog lastig. Dus ik blijf daar gespannen onder. Het lopen is niks, het is de constante onzekerheid, of je nu in de koude winter, onderdak vind voor jezelf en de dieren. Natuurlijk, men kan naar een hotel gaan, maar dat wordt al snel onbetaalbaar en ook dan: de dieren. Zeg je dat je hond en paard hebt, dan willen ze je vaak niet. Zeg je niks, dan zijn ze ” giftig” (boos). Daarom ben ik blij, als de feestdagen om zijn. En alleen is ook maar alleen. Gedeelde vreugd is dubbele vreugd en gedeelde smart is halve smart.

Kerk van Pellegru

Geef uw mening

*