Geheel bewolkt maar droog en winderig. Twaalf graden C., dag en nacht. Als ik wil vertrekken komt langharige Morritz nog even uit de andere hut om afscheid te nemen en gute Reise te wensen. Toch wel aardig. Ik vertrek naar mijn laatste hut van dit reisdeel, de Pāltsahut. Daarvoor passeer ik weer de Noors-Zweedse grens, voor de vijfde keer deze reis. Natuurlijk even het grensbordje, dat al half was omgevallen, gefilmd. Uiteraard geen grenscontrole midden in de bergen. Ik hoef dus geen verantwoording aan een grens af te leggen voor Tosca. En ik had rijk kunnen worden, als ik mijn rugzak vol ectasy of hasj had gestopt. Volgende keer…. meer! Na 19 km. kom ik bij de Pältsahut, maar niet nadat het al een uur aan het druppelen was. Och, laat maar nat worden. Over een uur ben ik er toch. De huttenwaard wachtte mij op. Een baard van een dag of tien oud. Leeftijd schat ik achter in de 50, redelijk gezet, onverzorgd of gewoon ruig? Had mij al van verre zien komen. Ik was de eerste deze namiddag. Sauna? Hij is nog warm en je kunt er ook je kleren wassen, probeerde hij mij warm te maken. Ik ga zelf ook, zegt hij, alsof dat een aanbeveling was. Beetje apart, dat hij juist de sauna warm heeft als er niemand is en juist er in wil gaan, vroeg in de middag, als ik er aan kom. Allà, moet kunnen. Maar omdat ik onderweg niet eet, maak ik eerst wat müessli klaar met de laatste melkpoeder en de laatste honing. Tussendoor maak ik een begin met het hele leger muggen om zeep te helpen in mijn hut. De ramen zijn één groot bloedbad en het doet me goed. Toen ik na zo’n 45 min. zo ver was, om wat ondergoed en mezelf in de sauna te gaan wassen, kwam de waard net in zijn nakie naar buiten, om naar zijn eigen hut te gaan. Ik bekijk andere mannenlichamen, zoals ik een paard bekijk. Hij had een forse bilpartij. Zou goed zijn geweest als trekpaard voor de Zeeuwse klei. Terwijl ik door het saunaraampje naar buiten keek, zag ik de 13 volgende gasten arriveren. Ik zit altijd in de aparte, kleine, meestal minder goed geoutilleerde hondenhut. De anderen in de hoofdhut: allemaal Finnen en een Duits koppel uit de buurt van Berlijn. Later volgen nog meer mensen. Drie tenten worden opgezet, buiten in dit pokkenweer. Wind, regen, 11 gr. En de vooruitzichten zijn slecht volgens onze waard. Eigenlijk zit ik geïsoleerd in mijn hondenhut, als een soort melaatse, maar in de grote hut, waar de rest zit ben ik eens gaan “schnautzen” en zit ook iedereen op zich zelf. Dàt was in Spanje op de camino de Santiago wel anders. Daar was meer gemeenschapszin, in de goede betekenis van het woord.
Als ik hier naar buiten kijk, moet ik toch concluderen, dat een belangrijk aspect van mijn hele tocht survival is. Hoe red ik het vandaag naar een volgende slaap-eetplek, zonder zelf drijfnat te worden, of de inhoud van mijn rugzak, zonder de schoenen vol water te krijgen, zonder verkleumde handen, zonder lekgestoken te worden door muggen, zonder uit te glijden en iets te breken op rotsvelden of weg te “sjievele” (glijen)in een bergstroom, zonder helemaal oververmoeid te raken, zonder te verdwalen en liefst ook nog met een minimum aan menselijk contact? Camerabatterij leeg, filmaccu ongeveer leeg, i-pad vanavond of morgen leeg (nu nog 16%), telefoon moet steeds uitstaan, want bijna leeg, gps batterijen bijna op. Eten, morgenvroeg op. Morgenavond plan ik in de bewoonde wereld aan te komen: Kilpishärvi, Finland. Daar wil ik een paar dagen blijven om mijn blog bij te werken, voorbereidingen te treffen voor de volgende fase, inkopen, telefoontjes en sms-jes enz. De volgende fase is 7-8 d. weer de rimboe in, naar Kautokeino, ook wel de hoofdstad van de Sami genoemd. Het is niet groter dan ons Mechelen: 3000 inwoners. Daar blijf ik dan ook weer een paar dagen, voordat ik de derde en laatste fase in ga: 250 km van Kautokeino naar de Noordkaap. Overlevingstocht, blijven lachen, oladeladio. Is dit nou leuk? Leuk is geen optie. Wat is het dan wel? Van alles!
N.b. Weer een nieuw land : Finland. Het is intussen gewoonte, om bij elk nieuw doorkruist land er op te attenderen, dat deze tocht Mama Alice sponsort, de organisatie van Fréderique Kallen uit Noorbeek, die, nu wonend in Peru, zich inzet voor het lot van straatkinderen in Peru, vooral Ajacuccho. Zie voorpagina van mijn site www.ponyanddogtrip.com. Wijlen Wim Kan, cabarettier, bekend van zijn oudejaarsconférence vorige eeuw, zei: geeft en blijft geven.
Het begint er op te lijken dat het weer wat beter gaat worden wat ik zo lees komt natuurlijk ook dat je goede wensen voor de volgende dag meekrijgt ,en het engeltje zit er natuurlijk ook nog op je rechter schouder 🙂
Wat een apart volk is dat toch geen remmingen voor het menselijk lichaam ,een met de natuur ,en hupsekee het water ,en in Adams kostuum de suana in komt ,moet kunnen daar in het ongerepte .
Is misschien een beetje saai ,maar toch wens ik je voor morgen ,weer een dag met een zonnetje.
Hou je taai ,gr Harrie,Marlies 🙂