Woensdag.
Na een gezellige avond met Constance, Rudi, Bas en ik met goed eten en drinken en discussie en verhalen, naar bed, zonder veel tijd voor mijn blog te hebben gehad. Vanochtend nog wat filmopnames, o.a. van het vertrek van ons. Constance en ik zochten in de nevel onze weg verder naar het noorden. Onze route liep constant over rustige binnenwegen.
In de mist kwamen we aan in het mooie dorp Braasempouy, waar we de eerste kans hadden koffie te drinken. Con had vanochtend gevraagd aan de hotelliere om heet water in haar thermosfles te doen, voor koffie. Dat had de goede vrouw gedaan, alleen niet heet. Dus geen thermosfleskoffie voor ons vanmorgen. In Brassempouy zou het oudste vrouwenbeeldje in de geschiedenis der mensheid zijn gevonden. Er zijn veel prehistorische grotten met nog allerlei vondsten. Niet opengesteld voor publiek. Maar bij de café was een openluchtmuseum over de periode van de laatste ijstijd en een paar vergrote kopieën van de gevonden steentijdbeelden. (Foto). De caféhouder vertelde enthousiast over de vele noord-Europeanen die in het dorp woonden en die hij een aanwinst vond op het sociale gebeuren. Toen we buiten kwamen, een half uur later, was de mist opgetrokken, blauwe lucht, geen wind.
Middagpauze in een idyllisch parkje bij een manege: déjeuner sur l’herbe. (foto).
Zo wandelden we door tot Hagetmau. Paard vastgebonden op een perceel gras, Tosca tegen ons huis op haar deken en met haar jas aan, eten, drinken. En toen te voet, zonder de dieren, naar het centrum. We kregen al snel een lift van een dame, maar in het dorp bleken alle restaurantjes dicht. Dan nog maar gauw onze kerstinkopen doen en zelf wat fisternullen (knutselen). Daarna 1-2 km terug lopen, eten, Leon omzetten, contact proberen te krijgen met onze families. Met dochter Marieke in Noorwegen ondanks vele pogingen geen contact, hetgeen wel frustrerend aanvoelt op kerstavond. Slechte telefonische verbindingen, sms wordt niet verstuurd, e-mail functioneert niet. Balen. Ook geen tijd om op alle reacties van de laatste dagen te reageren. Sorry.
In mijn hoofd passeert overdag van alles de revue: de reis die we jaren geleden maakten naar Frankrijk met vrienden en hun kinderen. Die laatsten amuseerden zich kostelijk met de groet “bonjour ouwhoer”. Ik moest denken aan de musical Anatevka, waarin me trof hoe de vader zijn zegen moest geven aan de emigrerende kinderen en ik moest denken aan onze neef Theo op Curacao, die stelde, dat wonen op een eiland betekent steeds afscheid te moeten nemen. C’est la vie. Twee reeën steken de weg over. Con en ik hadden het over wat het belangrijkste is voor een mens. Zij leerde de theorie van Maslow: eerste de lichamelijke behoeften: eerstens eten, 2) veiligheid/ geborgenheid, onderdak/warmte 3) sociale contacten 4) waardering, erkenning 5) en laatst zelfontplooiing. Ik weet niet, of ik het goed weergeef, maar het is interessant om over na te denken. Tijdens het lopen vraag je je af wat je het meeste wenst en wat je het meeste mist, vooral met de kerst.
Het is nu kerstavond 18.30 u. Alle restaurants dicht. Dan maar snel wat elementaire inkopen doen, een paar km. bergop naar “huis” lopen en kijken of we dat vanavond in onze ijskoude keuken, die vol staat met binnengezette plantenpotten, stoelen, rommel, kunnen opwarmen. Lang leve het “goede” leven. Om jaloers op te zijn, nietwaar?
De keukendeur naar buiten valt steeds open. Het is rond het vriespunt buiten. Voor de keukendeur, op de binnenplaats, ligt Tosca te blaffen naar iedereen die hiernaast, bij opa en oma, onze verhuurders, in of uit gaat. Constance tovert een kerstdiner op tafel. Het gasfornuis doet het niet, maar er is een elementaire magnetron. Daarin wordt water gewarmd voor de soep, gemaakt van een bouillonblokje. Water gekookt voor de macaroni. Kaas en ham er bij, wat huzarensalade, een fles wijn. De buitendeur wordt dicht gehouden met een schuin er tegen geplaatste bezem. Tosca blaft weer, de bezem valt om en iemand van de verhurende familie Bats (grappig, want bats is Limlands voor bil) komt binnen met een bord foie de gras met gestoofde peren en een warmteblazer. Als het Jezuke, dat Con op de tafel had geplaatst, al had kunnen staan, was het zeker omgevallen van aandoening, zo sfeervol, tussen de 2 theelichtjes. Ik had het niet meer koud en de moeheid maakte plaats voor een tevreden voldaan voelen. Een kerst om niet te vergeten.
Geef uw mening