Eten met zijn zessen in Le Chevalier[/caption]
Hè hè, net terug van de rondleiding door de woning van onze gastvrouw van vrijdagavond. Uiteraard toonde zij de ons toegewezen kamers: het 2-persoonsbed. Gelukkig vrij breed, want afgelopen nacht werd ons een twijfelaar toegewezen. Hoezeer Jos en ik de laatste dagen ook naar elkaar toegegroeid zijn, die twijfelaar van gisteren vonden we toch net te veel van het goede, dus liet Jos, nog voor ik op de kamer was geweest, een opklapbed op de kamer erbij Zetten. Jos had munt en won daarmee het grote bed. Uit respect voor zijn senioriteit gunde ik hem dat ook.De wandeling begon met een half uur in de verkeerde richting lopen. Dat betekent een uur tijdsverlies. Balen, want om 5 u. hebben we een afspraak met de hoefsmid en daarna de pers en nog inkopen doen. Koud, maar mooi zonnig weer. Leon liep goed door. Jos ontfermde zich over mijn enfant terrible Tosca en zo schoten we toch goed op. Om 15.30 u. in Vandreuve.
Afijn, terwijl Jos zich aan het douchen is en ik wacht op de hoefsmid, vertelt madame mij enthousiast welke dieren hier in het bos zitten. Ik ben vast ook geïnteresseerd in vogels, neemt ze aan, en vertelt mij in het Frans welke soorten hier allemaal zitten. Weet ik veel wat koolmeesje, tjiftjaf of roerdomp in het Frans is. Ik toonde grote interesse, accepteerde de stapel dierenfolders (om ze bij vertrek ’s anderendaags per ongeluk te vergeten). Voor mijn fatsoen luisterde ik maar, hoewel ik andere prioriteiten had, zoals een slaapadres zoeken voor morgen, dieren verzorgen enz.
Het chambres d’hôtes heet le Chevalier, de ridder. Mme’s echtgenoot was gek van ridders, m.n. de Tempeliers. Dat sprak ons wel aan, want daarin leek een belofte verscholen: inderdaad, bij de maaltijd champagne, in verschillende soorten: van 90% pinot noir/10 % chardenay tot 10 % pg/ 90% chardenay en alles er tussen in. De edelzwicker was prima, rode bordeaux. We voelden ons echte tempeliers.
Haar man is idolaat van ridders en alles wat er mee te maken heeft: pijl en boog, malienkolder, helmen. Het hele huis staat er vol mee. Wandkleden met middeleeuwse voorstellingen. Ik vroeg of hij zijn vrouw ook uit een toren gered had. Hij antwoordde met een uitgebreid verhaal, waar ik knikkend en begrijpend glimlachend hooguit de helft van verstond. Van de oude man, die ook aan de dis deelnam, verstonden we niets, behalve oorlog, Algerije, pieds noirs, Parijs. De oudere vrouw, zijn echtgenote, kwam elke maand hier in het dorp (zij noemen het stad) haar 100-jarige moeder bezoeken en dan werd gelogeerd hier in le Chevalier. Mensen hier worden tegenwoordig oud, volgens haar. Dan moeten we maar niet hier komen wonen, dacht ik, want oud worden is “merde”. Jos stelde zich aan de oude man voor met Jos. De oude man dacht een minuut lang na zonder iets te zeggen, natuurlijk bang om zijn waardigheid te verliezen door zijn voornaam te noemen. De ouderling zei: je ne connais pas. Waar dat op sloeg is nu nòg de vraag. Ze besloten Jos Georges te noemen. Vond ik wel waardig. “King Georges”, i.p.v. gewoon Jos. Geen achteruitgang vond ik. Waarschijnlijk kende de oude man gewoon de naam Jos niet.
Terwijl de journaliste haar entrée maakte, belde ook de marechal ferrant (hoefsmid) aan. Zeg dronken mariniertje waar kom jij zo laat vandaan, ere zij uw naam ( bis). Van de hoe…….fsmid, van de hoe…….fsmid, etc. (studentenlied waar ik even aan moest denken). Het was zo beestachtig koud buiten, dat we na de twee voorhoeven moesten stopten, want onze vingers waren zo ongeveer bevroren. Nu maar hopen, dat de 2 achterijzers, die duidelijk minder versleten waren, het nog een poos houden. Liefst tot thuis, begin maart, al verwacht ik dat niet. De hoefsmid rekende maar halve prijs. Waarom, dat weet ik niet. Blitze kerel dus.
En toen de journaliste. Zij vertegenwoordigde de verzamelde pers. Ze had binnen al een uur moeten wachten, omdat de hoefsmid belangrijker voor mij was. De man van de journaliste was weer de broer van de neef van een heel belangrijk iemand die onze gastvrouw kende en … Ik kon het niet meer volgen. De journaliste nam mijn personalia op, vroeg hoeveel kinderen ik had, luisterde 2 minuten, stelde 3 vragen en wist toen genoeg. Zal wel wel een diepgaand artikel worden over een grijsaard op zoek naar zijn diepere ik, daarmee het volk van Peru dienend. Van de weeromstuit en door de importantie van deze zwaarwegende momenten vergat ik de klaarliggende camera de gebruiken.
Het diner was prima: witte champagne vooraf, hapjes daarna met Elzasser Edelzwicker, kuusj (varken)s rib met veel vlees en rode wijn, later salade, kaas en als toetje appelgebak. Vervolgens beesten verzorgen. Beide mogen binnen. Blog schrijven met pils. Slaapplaats zoeken voor overmorgen. En dan naar bed. Het bleek weer één bed voor ons tweeën. Jos, nu ben je nòg de zak. Ja, maar dit bed is groter dan dat van gisteren, aldus Jos. Dat verzachtte de pijn.
Nou dat was weer eens een heerlijke maaltijd wat ik gelezen heb ,en de rest viel ook allemaal mee ook hebben jullie het zonnetje mee gehad en alweer de pers voor een verhaal van jullie ,zie je er trouwens iets van terug ? Of moet je eerdaags je melden op de rode loper 🙂
Nou voor de volgende route wens ik jullie veel zonneschijn en goe sloop plezier hou jullie taai de gr Harrie,Marlies.
Hoi Marlies, het persverhaaltje zou naar ons thuis worden gestuurd, maar dat moetnik nog zien. Gr.