Vrijdag 24 juli 2015 Gaskahut 12 km

Omdat de Zweeds uitziende Duitser met Zweedse naam Bjorn en de Frans uitziende Zweed het nog laat hadden gemaakt ben ik pas laat op. Ik heb hier mijn rust hard nodig. Dus toch maar gekozen voor de korte route: 12 km. naar de Gaskahut. Omdat in de Lappjordhut een teiltje stond, kon ik dat ook net zo goed maar gebruiken: Twee emmertjes water halen bij de beek. Water koken. Enige lichamelijk hygiene toepassen met behulp van het plastic teiltje, een soort babybadje.
Terwijl ik mijn havermoutontbijt zat te eten, kwam het Duits-Zweeds duo van gisteravond nog even aan. Ze waren verrezen uit hun tenten. De Duitser Bjorn had een gat gebrand in zijn tent. Zijn schoenen waren ook al aan vervanging toe. Ja jongen, het pad van een surviveler gaat niet over rozen. Vervolgens kwam de huttewaardin. Daar natuurlijk een poos mee gebabbeld, o.a. over de cultuur van de Samen. Dan nog afwassen, alles schoonmaken. Lastig als je maar een emmertje water hebt. Vandaag wordt een latertje: vertrek om 11.45 u. Maar ja, er staat toch maar 4 uur voor de route, het regent af en toe (dus geen muggen?) en met zo’n korte route heb ik misschien ook gelegenheid om wat te filmen voor cineast Rudie. On verra.
Wat is er toch met me aan de hand? Een beetje berg op en ik ben kapot. Niet in mijn benen. Die doen het wel. Maar niks daar, sjlappe hoddel (vaatdoek), ááf ( doodop), geine kamau in d’r zak (geen pit). De hartslag is goed met 120-140/ min., afhankelijk van de inspanning. Dat is normaal voor steady state. Dus cardiopulmonaal is de diagnose nog positief. Maar ik weet wel wat het is: te weinig eten, energiegebruik, geen calorieën. En dan die steeds terugkerende pijn in die borstribben. Tenminste, ik houd er maar er op, dat dat het is. Na mijn ontbijt gaat het lopen een uurtje zwaar, omdat dat logge gevaarte van 100 kg. even moet loslopen. Daarna gaat het goed, tot het ontbijt is opgebrand. Eigenlijk moet ik dan bijtanken. Maar dan moet Atlas de hele wereldbol afladen, rugzak openen, even zitten. Als ik dat doe valt dat ongeciefer (ongedierte) massaal over mij èn Tosca heen. Tosca krijgt dan mijn cape om en kruipt daa

Veel wollegras, een wel heel typisch moerasplantje. Bij ons weinig meer te zien, omdat de moerassen zijn drooggelegd

Veel wollegras, een wel heel typisch moerasplantje. Bij ons weinig meer te zien, omdat de moerassen zijn drooggelegd

Niet evenwicht verliezen op dat bruggetje. Tosca even los maken? Och, ben je gek. Tant pis!

Niet evenwicht verliezen op dat bruggetje. Tosca even los maken? Och, ben je gek. Tant pis!

image

image

image

imager dankbaar onder weg. Dan weer opruimen, inpakken, die zware plunje weer op mijn rug hijsen. Dat is me allemaal teveel, dus loop ik maar gewoon door, één uur, twee uur, drie uur, vier uur, tot ik vandaag op de ervoor beschreven tijd bij de Gaskahut aankom. Houdt dan je energierepen of eten apart, doe je muskietennet voor, smeer je in met olie. Doe ik ook allemaal, maar in mijn zakken moeten gps, camera, bril, telefoon, routebokje, detailkaart, muggenolie, zakmes, sleutel van de hutten en één hand houdt Tosca vast. Dan ook nog het eten voor Tosca en mij in die zakken stoppen? Nu moge ik één grote zak zijn, maar het moet wel allemaal er in passen. En aangezien de proviand niet meer in mijn kledingzakken past en ik ook geen zin heb om alles helemaal uit te pakken, stievel ik maar stug door. Tosca, die enigszins gerantsoeneerd is, is naarstig op zoek naar muizen en lemmingen. Terwijl ik balanceer van steen naar steen over een beek, springt zij acuut naar de overkant, of terwijl we over planken lopen, die gelegd zijn in een moeras, duikt ze naar een lemming, die bij voorkeur onder die planken zitten. Zijn die planken nu nat, wat niet zelden het geval is, dan zijn ze spekglad. Ook presteert Tosca het, om, als ze braaf naar mij terugkeert op mijn getier, om dan de lijn tussen haar poten te winden en ook nog eens om mij heen te draaien. Op planken, bij het oversteken van een beek, of als ik berg op aan het eind van mijn Latijn ben, is dat niet te vergelijken met een gezellige boswandeling met je “fuk” aan de riem. Smalle houten plankenbrug over een kolkende rivier, zie foto. Donder je daarin, dan is het einde oefening. Leuk? Vraag dat toch niet meer. Het is kl… met een rietje. En tegelijk geweldig, dramatisch, kikken, vet- cool, jij alleen met je hond in een eindeloze wildernis. Adam in het paradijselijke inferno.
De muggen doen me denken aan Das Rote Pferd, een Duitse carnavalsschlager op de melodie van Edith Piaffs “milord”: Da hat Das Rote Pferd, Sich einfach umgekehrt, Und hat es mit dem Schwanz die Fliege abgewehrt, Die Fliege wár nicht dum, Und machte sumsumsum, Und flug mit viel Gesum ums rote Pferd herum. Ik ben nu das rote Pferd. Wij hadden daar vroeger een Nederlandse tekst op: Er was een vrouw vermoord, Met een gordijnenkoord, Dat heeft haar man gedaan, Nu is hij de banaan, Had hij ’t maar niet gedaan, nu is hij dè banaan, Nu moet hij in de ge-e-va-a-a-ngenis. Dus dank zij die muggen is er muziek in mijn hoofd.
Nadat Tosca haar dieet weer heeft aangevuld met het dagelijkse kleinwild, leg ik haar vast in het voorportaal van de Gaskahut. Ze mag eigenlijk niet binnen. Ik film wat, o.a. de humoristische urinoir: dat is een plek achter de hut met een bord op een paal met de tekst urinoir, Sølevann, zonneglans, of zoiets, denk ik. Foto. Weet je wel. Net zo’n eufemisme als die bejaardenhuizen “avondrood”, “rustoord” e.d. Later begrijp ik, dat het wateren betekent. Water haal ik met een haam uit de waarschijnlijk ieder wel bekende(?) Gaskasjåkka-rivier, 200 m. sterk bergaf. Foto. Als ik terugkom bij de Gaskashut komt Tosca mij trots een enorm rendiergewei laten zien. Foto.
Ik zou nog de volgende etappe kunnen doen van 17 km, maar ik heb afgesproken met cineast Rudie, dat hij mij komt begeleiden de laatste twee weken of zo van mijn reis, in augustus, en als ik nu te hard doorloop, dan ben ik al daar, voordat Rudie er is. Een goed excuus dus, om lekker rustig aan te doen en de weidsheid en grootsheid van dit lege, onmetelijke landschap op me in te laten werken. Als ik dubbele etappes wil lopen, kan ik dat beter doen, als de rugzak wat leger gegeten is, over een paar dagen of zo. On verra.
Grappig, dat on verra. In Nijmegen, als het college te laat begon, sprak men van een academisch kwartiertje. In Limburg is een kwartiertje bijna standaard. In Spanje is het mañana en in Noord-Afrika insj Allah, wat in het Limburgs weer wordt gebruikt als “es God bleef”. Quisas, quisas, quisas (mooi Spaans melodietje, waarbij de tekst het antwoord is van een madonna op de vragen van een minnaar).

Geef uw mening

*