“> het echtpaar van de ezels en lama’s[/caption]
De dag startte met een enigszins typisch Frans ontbijt. Ze had brood met jam klaar gezet en een literpak melk. Zie foto. Het brood heb ik helemaal opgegeten. De melk die over was heb ik meegenomen. Ik heb ook kalk nodig voor mijn botjes, nietwaar? Net toen ik naar buiten wilde gaan om Leon op te laden, werd er geklopt op de deur: 2 mensen van een plaatselijke krant. Door mijn hospita ingeseind. Wil zij nu haar chambres d’hotes profileren, of ging het om mijn tour? Qui sas, quis sas, qui sas. In ieder geval vertrok ik dus weer een stuk later dan de bedoeling was. Och, troost ik me maar, als een paar lui geïnspireerd worden door mijn “follie”, dan doe ik het tenminste niet voor de bok zijn ??? De dag was egaal grijs, een paar graden boven nul, mistig en vies waterkoud. Brrr! Saai dus. Om voor mijn blog maar een paar foto’ te maken, liet ik mijn 2e huisje in Frankrijk zien (foto). Ook een rest van een windmolen. Volgens mij zijn in de 1e wereldoorlog alle molens in België en Frankrijk kapot geschoten. Omdat Nl. onpartijdig was, bleven onze molens gelukkig gespaard. Dus van oorsprong zijn windmolens helemaal niet typisch Hollands, al denken wij dat graag. Nu dus wel sinds 100 jaar, al heb ik in Spanje en zelfs in Griekenland ook de nodige gezien. Net als houten klompen. Die hadden ze ook in heel Europa. Toch stond een eindje verder nog een gerestaureerde Franse, Bourgondische, windmolen (foto). Weer een eindje verder stopt een auto. De gebruikelijke vraag: waar gaat het heen? Waar kom je vandaan? Helemaal idioot, zei hij, maar gelukkig wel met een vriendelijke smile. Ik beaamde dat. Stopt er weer een auto: de journalist van vanmorgen, met zijn vrouw. Wilde nog wat foto’s maken van de rare kwast (mijn eigen interpretatie). O.k. Kun je me direct eventueel helpen met het telefonisch afspreken van een nieuw overnachtingsadres. Ik had hem niet nodig. Kon het deze keer zelf af. Dat lucht weer extra op: tot en met zondag onder de pannen. En zo ging dat door. Dus alle reden voor goede zin, lachen en zingen. Een dame, met een net kapsel, met een blauw waasje erdoor, stopt en weer dezelfde vragen. En wat eet je paard? Wat hij vindt langs de weg en/of ‘snachts. Ik woon een km. verder, zegt ze uitnodigend. Daar wacht ik op je (wordt het nu spannend?) met wat krachtvoer voor je paard. Ook goed! Babbeltje gemaakt. Haar man had 2 ezels en hield lama’s. Maar ja, daar wilde ik me nu niet door laten ophouden. Had je ook nog kans, dat in je gezicht gespuugd werd, want dat doen lama’s. Het was al nat genoeg. Zij vond dat ik de halster te vast om het hoofd van Leon had zitten en begon die, zonder iets te vragen, losser te maken. Ik had de halster extra wat vaster bijgesteld, om niet dag in dag uit de zelfde drukplekken op de neus van Leon te krijgen. Bovendien trok ik de halster na verloop van tijd precies over Leons oog. Tenslotte wilde ik Leon goed kunnen leiden in de stad, dus niet voor niets had ik hem vaster gemaakt. Ik dacht: geen ge-“maar”, Harrie. Toch grappig, hoe absoluut sommige mensen denken. Ik probeer zaken te zien in hun context. Dat maakt veel relatief. Het ene uiterste bestaat niet zonder het andere. Maar goed, toch heel aardig van ze, dat krachtvoer voor Leon. En zo kom je de dag door, hè.Ik stop voor een café, staat daar een groep werklui met een paar Arabes. Pas op, zegt een Francoos. Hij, l’arabe, eet je paard op. Een hoop gelach, ook van de Arabieren in het groepje. Mag dat, of mag dat niet? Na een saaie, koude tocht over een kilometers lange rechte weg, kwam ik, met aanvankelijk goede zin, aan bij Nevers. Want morgen komt mijn bezoek, vandaar de extra goede luim. De laatste kilometers weer langs zo’n rot drukke weg. Hoe moet ik morgenvroeg door die drukke stad Nevers heenkomen met Leon? Dat is een probleem voor morgen. Wie dan leeft, die dan zorgt. Morgen is de route bovendien meer dan 30 km en de voorspelling is, dat het de hele ochtend -1 blijft en af en toe een vlokje sneeuw. De adressen die ik belde voor maandag, reageren niet: antwoordapparaten. Daar krijg je wat van. Stemmingsniveau daalt enigszins.
Aangekomen bij mijn chambres d’hotes, een grijsaard, stuk ouder nog dan ik, met pikzwart haar(!),blijkt dat de baas daar van achteren heeft wat ik heb van voor: ik heet Henri, zeg ik. Ik ook, antwoordt hij, maar dan van achteren! Hoewel ik een eigen afdeling in het huis heb en ik vanavond mijn eigen eten bereid, hebben we toch maar aan de zelfde tafel samen gegeten, nieuws gekeken, gekletst. Hij wat eenzaam, ik ook. Doet alweer denken aan de studententijd. De historie herleeft. Wel gezellig met zijn tweetjes: beide met een plastic bakje met voer in de ene hand en een stuk brood in de andere. Daar laat ik het weer bij, want ik moet nog bellen, douchen en vóóral vroeg naar bed. Areverderci Hans.
Hallo Harrie.
Het gaat goed en je hebt weer een goed vooruitzicht met de komst van de dames en …… je gaat richting Bougondië wat misschien een proeverijtje oplevert .
Kompleminte oet Mestreech.
Ich zit al in Bourgogne. Dizzenoavend wien, ha, ha. Gr.
Harrie heb je niet eens gevraagd wat ze allemaal met jou verslagen,en fotos doen die lui van de journalistiek je wordt nog beroemd ,voor je het weet loop je zo op de rode loper 🙂 wel leuk dat de mensen belangsteling voor jullie hebben ,toch wat bijzonder een pelgrim met paard,en hond .
Voor morgen je 30 km hou je taai de gr Harrie,Marlies.
Hallo dok
Wat heerlijk dat u gezelschap krijgt
En dan nog wel van u lieve vrouw
En de vriendin het kan niet meer stuk
Geniet ervan ik bewonder u voor wat u presteert
Fijne dagen toegewenst Agnes