Maandag.
Onze hospita Nadine werd steeds aardiger toen ze ons beter leerde kennen. Beter zo, dan omgedraaid. Van haar boterpress maakten we een foto. Dan ook maar een met haar er op (haar is zij). We vertrokken om 8.45 u. in de mist. We kregen van Nadine nog brood mee voor Leon, maar dat hebben we ’s middags, bij gebrek aan een boulangerie maar zelf burgemeester gemaakt. Het gras was wit bevroren. Het werd een onbewolkte dag, diepblauwe lucht. Een duidelijk welvarender streek dan aan gene zijde van de grens. Veel prachtige oude kastelen, landhuizen, boerderijen, kerkjes en dorpjes, meestal goed onderhouden, i.t.t. in Spanje. In de verte de witbesneeuwde Pyreneeën. Een prachtige wandeldag.
Rudi en Bas ontmoetten we bij het kerkje van Andrein: prachtig, historisch bouwwerkje. Op een grafsteen dronken we de engelenkoffie, gegarneerd met een plak cake van onze Nadine. Ik moest lachen om de achternaam van een begraven Cecile Davant (Cecile van voren). De cineasten achtervolgden ons met de auto, film en met koffie. Tijdens de middagpauze in de zon op een bankje bij een ouderwets p.t.t- huisje met nog functionerende, openbare telefoon, verdutste ik de cineasten in detail de omgang, althans de beperkingen daarvan, tussen Con en mij. Dan hoefden daar al geen vragen over gesteld te worden.
De laatste dagen zien we onderweg vaker aanplant van fruitbomen langs de route, eigenlijk ten gerieve van passerende pelgrims: allemaal oude rassen. Ik zie dat niet zitten. De helft wordt natuurlijk geplukt voor het rijp is en dan weggegooid, de andere helft valt af en rot enz. Maar wie weet, misschien vergis ik me. Gebeurt wel eens! Een van de cineasten vroeg mij naar onze slaapplaats voor vannacht. In het Franciscanessen – nonnenklooster van Orthez. En de jongste non zou speciaal mij komen bedienen werd me lachend toevertrouwd: 83 jaar!
Na zeker 3 km. omlopen kwamen we dan eindelijk tegen donker aan bij de zusters. Bij de toewijzing van de kamers aan Constance en mij liepen Rudi, al filmend, en Bas mee naar binnen. Ja, verdutske ik de non, ze filmen even en gaan zó weer weg, naar hun eigen hotelletje. De zuster begreep er niets van. Behalve 12 seniornonnen, was er alleen nog een Angolese jonge dame in het klooster. Toen die hoorde over cineasten en de mooie blauwe Hollandse ogen zag, bood ze direct aan om voor ons vieren Angolees te koken. Wegens tijdgebrek gisteren wordt dit dagrelaas later afgemaakt. Dat is dus nu, dinsdag 23 dec. Hilde, zo heette onze Angolese metgezellin, woonde 23? jaar in Frankrijk, had een dochter die in Montpellier 1ste jaars medicijnenstudent was. Hilde zei dat ze rechten studeerde. Ze wilde zich misschien vestigen in Angola als advocaat, ze wilde intreden in dit klooster en ze hoopte secretaris generaal te worden van de Verenigde Naties. Ze praatte de avond vol over de relatie man-vrouw in Afrika en Europa, waarbij de man in ’t algemeen en de man in Afrika in het bijzonder er slecht van af kwam. Veel was moeilijk te verstaan, maar haar relaas was er niet minder gedreven door. Het typisch Angolees gerecht bestond uit kip, rijst en pindasaus. Pindasaus zou ook in de rest van Afrika typisch zijn. Mijn conclusie: dan dus typisch voor Afrika, niet speciaal voor Angola. Het was lekker, maar ik was blij dat de 2 filmers uiteindelijk niet meeaten, want alles ging op. Tot en met de botjes, voor Tosca. Te laat naar bed. We sliepen tussen gestreken lakens en op gestreken kussenslopen, voor het eerst sinds jaren. Tüchtig waren ze wel, de zusters Clarissen. Tosca mocht buiten op de binnenplaats slapen op een mat. Leon in de kloostertuin op het gras.
Nou dat word nog wat met jou ,je krijgt vast en zeker vier oscars voor de film .
We zien het wel als de film in de bioscoop draait 🙂 .
Verder hebben jullie fantaschise weer gehad zo te zien aan de foto’s ,en de omgeving is ook wondermooi ,en jullie hoeven niet bang te zijn dat er niets te bikken valt ,met allemaal het fruit ,zo zie je maar weer het geld ligt op de straat .
Ik hoop van harte dat je niet een verschijning gaat krijgen daar in dat nonnenklooster .
Nou rustige nacht hou je taai de gr Harrie,Marlies.
Dat van die pindakaas is in Malawi niet bekend. Tijdens mijn tocht maakte ik een keer taaie kip met pindasaus. Mijn Malawiaanse makkers aten minder snel en minder veel. Er was nog een hele portie over. .Ikzei ,dat bewaren we voor morgen. Voorzichtig zeiden ze dat dat absoluut niet nodig was. Kan natuurlijk ook aan mijn kookkunst hebben gelegen
Constance en ook eerdere metgezellen lieten ook soms wat over. Maar aan het eind v d maaltijd was altijd alles weg. Wat dat betreft ben ik dus ook wel Afrikaan. Gr