Weggegooide graflelie als decoratie voor Leon
Een lauwe douche genomen. Onder ’t douchen een schuiver gemaakt. Of was dit m’n eerste tia? Ik rijt per ongeluk het douchegordijn los. Rob is technisch en prikt de haakjes weer door het gordijn. Ik zadel Leon op. Komt er een vrouw, die op straat rondwaaiende bladeren is aan het vegen en vraagt “tocar? Aaien, begreep ik. Alleen ik wist niet wie ze bedoelde. Mij? Of een van de dieren? Begin maar ’s met Leon, dacht ik en vroeg haar naar pienso, voer, voor de hond. Moet je 2 huizen verder vragen, zegt ze, die heeft 2 honden, maar niet zeggen dat je dat van mij hebt gehoord. Spreek je over de duivel, dan trap je hem op zijn staart: daar kwam hij net langs, met iets dat je nauwelijks hond kon noemen. Pienso?, vroeg ik. Kom maar mee. Voor zijn huisje telde ik 8 katten. Oladeladio, 8 catos, zeg ik. Hij beledigd: 18! Maar ik kreeg gratis mijn pienso.
In het dorp Morille waren veel oude huizen gerestaureerd in oude stijl. Er stonden overal kunstwerken. Er was zelfs een kerkhof met kunstwerken, of een kunstwerkenkerkhof, of allerlei kunstwerken achter het kerkhof. We begrepen het maar half, maar feit was, dat in de buurt van het kerkhof allerlei kubussen en andere geometrische vormen half in en op de grond lagen, meestal rood, als kunst. Ik maakte een foto van Leon. Hij is wat afgevallen. Je kunt bijna door hem heen kijken. De vader van de plaatselijke bardame had het stalen ros gemaakt (zie foto). Ik zeg tegen haar: dan ben jij ook kunst, want jij bent ook door je vader gemaakt. Ze begreep het pas, toen Plien het uitgebreid uitlegde. Plien houdt zich goed met haar 17 kilo op de poekel(rug). Ik betwijfel of daarmee haar bovenlichaam in evenwicht is. Ze moet wel een soort Margareth Thatcher zijn, de iron lady. Van Plien in ijzer is ook al een beeld gemaakt. Zie foto. Geweldig vond ik de plaatselijke parade (Spaans voor bushalte). Echte 60-er jaren stijl popart. Allemaal oude landbouwwerktuigen verwerkt in een kunstwerk, dat dienst deed als bushalte( zie foto).
Vandaag mooi weer. De kries ’t weer watste verdeens ( je krijgt het weer dat je verdient). Het landschap verandert van heuvels met eindeloze eikenboomgaarden naar zeer weids, open akkerlandschap, bijna zonder enige begroeiïng. We willen onderweg in het dorpje Miranda del Azán koffie drinken. Alles dicht, behalve de plaatselijke Sjaak Schins, Wernie of Vanhoutem. Voor een paar euro het middageten ingeslagen en dat in een bushokje opgegeten. Aan de achterzijde was het glas uit de muur, aan de voorkant natuurlijk geen glas en aan de zijkanten dubbel glazen ramen in de wanden voor de warmteïsolatie! Leon liet ik los lopen rondom de “parade” (halte). Hij probeerde Ed the speaking horse te spelen en probeerde mijn brood en lange worst, bocadillo, uit het bushokje te bietsen (foto).
Er tegenover stonden papiercontainers: uw papel is voor ons belangrijk (zie foto). Medisch betekent dat pukkel.
Aangesterkt kwamen we aan in Aldeotajada, 4 km. voor Salamanca. Ik kreeg op het gemeentehuis de sleutel van deze pelgrimsstal: Nutte kroam (vieze boel). Slapen op de grond, geen licht, geen elektro, wel koud water. Leon weer aan een boom vastgebonden. Tosca vast aan een kort touw in mijn vieze pelgrimsonderkomen, want anders bijt ze bij voorkeur de lekker gezouten, stinkende, vilten zadeldeken, waar ik haar ook op kan laten liggen, kapot. En dan ben ik gesjochte (de pineut). Rob en Paulien zagen het waarschijnlijk niet zitten in deze erg simpele, koude stal en wilden nog enkele km. doorlopen tot in de stad Salamanca. Zonder pony Leon gedrieën verder gestieveld over de oude, vaak duidelijk herkenbare Romeinse Via de la Plata naar Salamanca, Paulien en Robs einddoel. Foto van de oude weg, nu nog gebruikt voor de eeuwenoude transhumance, rondtrekkende schaapskuddes, waarvan het oude Castilië rijk was geworden, eeuwen geleden. Over de, alweer, Romeinse brug met het bekende 2500 jaar oude, zeggen ze, Keltische stierstandbeeld er voor op de brug (goed dat ze zeiden dat het een stier was, want een kuusj/varken had ik ook geloofd) komen we de oude stad binnen. We passeren een prachtig jugendstilmuseum, (niet te verwarren met Stihlgereedschap) dat toevallig ook in jugendstil/art nouveau was gebouwd. Prachtige kathedraal, mooie oude stad. Plien en Rob checken in in de chique pelgrimsherberg in Salamanca. Dit zou het huis van de ouders van de Spaanse variant van Romeo en Julia zijn geweest, met een prachtige tuin er omheen, boven op stadswallen, waar het paar geliefden van af zou zijn gesprongen. Dummies. Een heel aardige, oude peligrofiel legt hun uit: uiterlijk 22 u. binnen zijn in de herberg. Morgen om 8 u. moet je weg zijn. Mag maar één nacht blijven, rugzakken in een zak doen en beneden laten, schoenen uit enz. enz. Rob kreeg het al direct Spaans benauwd. Nu begrijpen we waar die uitdrukking vandaan komt. Van pelgrimsherbergen waar niks mag. Bale, bale. En zij wilden hier nog wel een aantal nachten blijven. Caceres, waar we vorige week waren en Salamanca hebben met Maastricht het chauvinisme gemeen, dat hoort bij oude cultuursteden. Zoals Maastricht nauwelijks betwist, de oudste stad is van Nederland, misschien gevolgd door Nijmegen en zoals God schiep uit gouden korenaren de Maastrichtenaren, uit het restant de rest van het land (variaties zijn denkbaar), zo is hier de oudste universiteit van Spanje. Zoals in Parijs de Sorbonne, of in Italië Bologna en in Maastricht de jongste universiteit van het land. Over chauvinisme hoorde ik van Paul C (en die kan het weten) de volgende anekdote, in mijn groep al lang bekend, maar ook voor een 2e keer nog steeds leuk: een Maastrichtenaar gaat op de Vriethof naar de Vogelstruijs en zegt: ich moot veur mie wèrrek noar Ingeland, meh ich spreek gein Ingels. Zeggen zijn vrienden: es tiech doa lang-zaam Me-streechs sprèks ver-stoan ze diech al-le-moal. Hij duikt de eerste pub in Engeland binnen en zegt langzaam: maag ich e pèls-ke. De ober zegt: es-te-bleef me-nier. Dat herhaalt zich vele keren. Tot de Maastrichtenaar vraagt: boe (waar) komp geer(u) vaan-dan? De ober: vaan Me-streech. Zegt de Maastrichtenaar: veur-wat spre-ke veer (wij) daan In-gels?
De avond beeindigd in de Italiaan. Ik probeerde met het liedje “bona sera, signorita, kiss me good night”. Zegt hij soi signor (ik ben een man). Of ik dat niet kon zien! In het donker liep ik alleen van Salamanca de kilometers terug naar mijn kot in Aldeotajada.
Ik zal yvie ut mupke morgen laten lezen. Kent ze vast nog niet x
Kun je Plien en Rob niet overhalen, om nog een paar daagjes mee te lopen? Kan me trouwens niet voorstellen, dat je dat al niet uitgebreid hebt geprobeerd……zoniet….., dan veel succes op weg naar Burgos.!
Wat een prachtige kunstwerken ,persoonlijk vond ik het bushuisje met die oude postkoest zeer mooi ,en het kunstwerk naast Leon met het rode jasje was ook niet mis .
Fijn dat het wat mooier weer is geweest maar te te hard roepen kan zo weer omslaan ,maar deze dag hebben jullie dan mooi meegenomen .
Hou je taai en de gr Harrie,Marlies.
Weer mooi verhaal en bijzondere kunst! Niet vergeten ff goed v Salamanca te genieten.prachtige plaats! Zal wennen worden zonder Rob en Plien , maar je redt je wel
Groetjes paul& anne
Ans zegt:
Geweldig wat je op zo’n reis meemaakt en te gek dat kunstwerken kerkhof. Je zou zo jaloers worden.
En het is boffen met dat mooie weer.Het zijn spectaculaire foto’s die wij hier te zien krijgen.
En geniet nog maar van (de meelopers)
Groet Ans.