6 november 2014. Via Cacerės naar Cases de Cacerės 22,6 km.

Hier werd ik aangesproken door knappe rateltante. Cacerės

Hier werd ik aangesproken door knappe rateltante. Cacerės

Afbrokkelend geloof in Caceres

Plaza Mayor Caceres

Albergue Cases de Caceres

Zigeuners onder elkaar

Zigeuners onder elkaar in Caceres

Straatkinderen voor Mama Alice

Straatkinderen voor Mama Alice

De dagen beginnen altijd opgewekt. Tosca sleept met stokken, rölsjt (rolt) zich in een kadaver, dat ze een half uur heeft meegesleept en grotendeels heeft opgevreten, zodat ze ’s avonds geen honger meer had. Omdat ze toch in elke plas water springt, wordt de stank wel weer afgewassen.

Kadaver. Eten en parfum voor Tosca

Kadaver. Eten en parfum voor Tosca

Een paar rotkilometers weer over de drukke, provinciale weg moeten lopen, soms weer gevangen tussen vangrails. Levensgevaarlijk. Sommige chauffeurs remmen af, de meesten niet. En dan wordt Tosca opeens afgeleid door een platgereden haas, of door mee gallopperende paarden en begint te springen en mij en Leon uit het evenwicht te trekken. Dan helpt het opvoedingsprincipe van ongewenst gedrag negeren, niet meer. Afgelopen, zo, hier en nu en niet anders. En in alle mogelijke lichaamstaal druk ik dat uit. Dat werkt wel, want we leven nog!
Maar daar gaan we weer: 4 uur, de zon staat laag, het koelt flink af. Ik kom wel in de herberg, maar mijn 2 pleegkinderen? Vanochtend in het Spaans gebeld naar de politie van Cases de Cacerės, of een paard daar in de herberg ook kan worden onderbracht. Na een stroom Spaanse woorden, vraag ik alleen maar: dus ja of nee? Nee!
Cacerės moest een prachtige oude stad zijn, volgens Paulien en die kan het weten, want ze heeft vele jaren in Z-Spanje gewoond. Eigenlijk wilde ik voorbij Cacerès lopen, maar daar werd een straat versperd Ik moest omlopen en toen begon het gelukkige gesodemieter. Gesodemieter, omdat ik wel 4 x heen en terug door het centrum van de stad ben gestuurd. Maar daardoor heb ik die wel goed gezien. Bovendien begin ik me al steeds vertrouwder te voelen met mijn dieren in steden. Ik hoor steeds caballo, burro (paard, ezel). Ik denk dan dat ze zich afvragen, of Leon paard of ezel is. Leon is interessant, niet ik, denk ik met enige jaloezie. Maar het kan ook zijn, dat ze zeggen, zie daar dat paard met die ezel ernaast.
Een knappe guappa flacca stopte haar auto midden op de smalle weg en ratelde vriendelijk een eind weg tegen mij in het Spaans. Ik begreep er geen ju van, maar ze had het over 200 m. omhoog de stad in. Ik wilde helemaal niet de stad in, maar zo’n indringend guappa-advies kon ik niet in de wind slaan. Kom ik daar op een prachtig pleintje, tussen antieke gebouwen, met groepen rondgeleide toeristen. Ik bind Tosca en Leon vast aan een bloemenbak, pak mijn camera en filmtoestel uit. Maar voor ik bij de filmspullen kan, moeten eerst schoenen, een zak hondenvoer, ongewassen onderbroeken etc. even op straat worden gelegd. Allerlei foto’s worden weer gemaakt van Leon, of van een toerist die zich opstelt vóór Leon. Niet van mij. Maar goed, ik had al aandacht van de juffrouw gehad, dus moest tevreden zijn. Ik opnames maken van een paar zigeuners op de gitaar. Maar voor hun was juist ik de vagebond. Dus dan maar allemaal samen op de foto. Een passerende knappe, vrouwelijk gids werd gevraagd, om met ons samen te poseren, maar ze weigerde. Waarschijnlijk vond ze, met haar chique hakjes, mantelpakje, dat zootje ongeregeld maar te laag. Wij lol.
Tenslotte in Cases de Cacerės aangekomen. Uiteindelijk de herberg gevonden aan het centrale dorpsplein. Dat belooft weinig goeds voor mijn 2 metgezellen, want in een centrum is nooit een weide voor Leon. Bij de dichtst bijzijnde café om raad gevraagd over mijn dieren. Tenslotte, na veel bellen door de caféhouder met lange paardenstaart (die zich daarom natuurlijk betrokken voelt bij mijn Leon) komt een jongedame me een kale wei wijzen voor Leon. Tosca mag ik daar ook aan een paal binden! Ik zou het overwegen, wimpelde ik haar “genereuze” aanbod tactisch af en liet Tosca aan een bank vastgebonden, op het centrale dorpsplein, voor de herberg, een paar uur liggen, terwijl ik met een Francaise uit ging eten. Zij loopt de Santiagoroute van noord naar zuid, dus keine Angst Sonja, ik zie haar toch nooit meer. Daarna, toen het donker was, smokkelde ik haar (Tosca), na raadpleging van de twee andere gasten, de Francaise en de andere herbergbewoner, illegaal de herberg in. Daar ligt ze (nog steeds Tosca) nu vastgebonden aan een tafelpoot. De gemeenschappelijke slaapzaal van de herberg werd alleen beslapen door mijn Franse tafeldame en een de hele nacht onbedaarlijk ronkende andere pelgrim, hetgeen de Francaise vele kreetjes van ongenoegen ontlokte, echter zonder resultaat.
Over 5 dagen krijg ik vrienden meelopen vanaf hier ongeveer. Maar ik kan moeilijk 5 d. op deze zelfde plek blijven wachten. Dan morgen maar weer verder tippelen en zien waar we uitkomen.

Reacties

  1. Hallo Harriebal,
    Op de weblog is het toch echt donderdag, 6 november en morgen pas vrijdag, 7 november.
    Je ligt voor op je wandelschema. Het lijkt nu dat je ook een dag voor ligt op de Justiniaanse kalender 😉
    Hier is de herfst ingetreden met in de Limburgse dalen al wat nachtvorst.
    De winterbanden moeten onder de auto. Geniet nog maar van de gematigde temperaturen daar.

    Grt
    Michiel

Geef uw mening

*