Net over de pas kom ik op een hoogvlakte met in de verte een Samennederzetting

Wat een pracht. Een wereld helemaal voor mij alleen. Schone lucht, drinken uit de rivier, geen afval. Niemand die mij haast. Niemand die je vermaant.

Wat een pracht. Een wereld helemaal voor mij alleen. Schone lucht, drinken uit de rivier, geen afval. Niemand die mij haast. Niemand die je vermaant.
Steil bergop. Prachtig landschap, meditatief, ideaal weer, foto’s. Twee maal moest ik hoog over een pas. Veel sneeuw, “pratsj”, een maal bang door een sneeuwbrug te zakken. Een sneeuwbrug is een sneeuwveld, soms 20 m, soms wel een paarhonderd, met daaronder een beek of rivier. Ik dacht als je daar een paar meter in wegzakt en je komt in ijskoud water terecht, dan ben je zó onderkoeld. Telefonisch geen bereik, dus einde oefening dan. Och, er zijn ergere manieren om ten onder te gaan. Heldhaftig is een piloot who goes down in flames, een zeeman die verdrinkt, een bergbeklimmer in een lawine, en ik, door een sneeuwbrug. haha, we lachen er maar eens om. Ik heb mijn procreatieve funktie toch al vervuld, en met grote trots! (hoop dat mijn kinderen hier notie van nemen), Sonja ongetwijfeld dolgelukkig gemaakt, mijn maatschappelijke kansen verzilverd, met behulp van de gewaardeerde praktijkmedewerkers en last, but also least mooie schapen gefokt, om maar wat op te noemen.
Ik loop om de Coal’bmoai’vi-berg heen. Volg de Gasakjåkka-rivier omhoog.
Eindelijk kom ik boven in het dal van de Vuomajåkka over de eerste van de twee passen vandaag, hier op ongeveer 1000 m., 500 m. boven de boomgrens. Dit zadel ligt tussen de toppen van de Cap’pesbak’ti en de Ganesbakti. Zo weet iedereen precies waar ik ben! Uren lang bijna continu door de sneeuw.
Hoe kom ik nu over die rivier? De snelstromende bergrivier Vuomajåkka is enige tientallen meters breed, merendeels ongeveer een halve meter diep, maar met veel grote steenblokken, die boven het water uitsteken. Echter ook veel diepere stukken met kolkende stroom en watervalletjes. Rugzak afdoen, schoenen uit, waterschoenen aan, aan de andere kant weer drogen, alles weer aandoen, rugzak opnieuw binden, opzadelen, kost allemaal veel tijd. En als je al zo’n plek vindt, dan nog enorm oppassen, dat je niet je evenwicht verliest op die punten van vaak gladde rotsblokken, met een te zware rugzak. Dus eerst een paar honderd meter stroomop-, dan stroomafwaarts, op zoek naar een overbrugbaar stuk met veel rotsen. Helaas. Dan moet ik er maar aan geloven. Toch maar schoenen uit. Maar dan bestaat evengoed het risico dat je uitglijdt op de rivierbodem van gladde, afgeronde, glibberige keien. Het water is ijzigg koud, maar een kniesoor die daar nu op let. O.K. wir haben es wieder geschafft. Ik gun mezelf een pauze, om de voeten te laten drogen, en, al ietsje gehard, de aanvallen van de muggen enigszins negerend.
En daar komt Brend. Brend is een Australiër uit Melbourn, 37 j. jong. Hoewel ik de details niet weet, had hij het helemaal gehad met zijn leefsituatie. I don’t care what Hillary Clinton does, zei hij. Hij droomde er ook van om naar Patagonië, in Argentinië, te gaan. Hoopte van reizen zijn leven te kunnen maken. Had 10 j. geleden in Melbourne een appartement gekocht. Dat in 10 j. afbetaald en ving nu 150 E per week aan huur. Daar leeft hij nu van. Loopt v de Noordkaap n Z-Italië, de E-1 wandelroute.
Brend was weer twee Duitsers tegengekomen die ook van de Noordkaap lopen naar Z-Italië. Maar die doen het alleen voor de prestatie. Ze volgen continu de kortste straatroute. Lijkt wel een trend. Dat asfaltlopen spreekt me niet aan, al is de prestatie niet minder. Hoewel mijn route niet primair cultureel is getint en ook het sociale niet altijd op de eerste plaats komt, vind ik toch leuk dat ik veel eeuwenoude pelgrims- en andere routes heb gevolgd, zoals de Romeinse Via de la Plata, dwars door Spanje, de Santiagoroutes in Spanje, Frankrijk en België, het weliswaar moderne Nederlandse Pieterpad, maar de weer honderden jaren oude Marskramersroute door Twente en Duitsland, ook wel genoemd de Handelsweg, de middeleeuwse Ochsenweg in Noord-Duitsland en verder dwars door Denemarken, de 650 km. Olavs-pelgrimsroute door een prachtig stuk Noorwegen, het Koningspad, Kungsleden, door Zweden en nu de Nordkalottleden die door Zweden, Noorwegen en hier in Finland loopt en die zich voortzet over een paar dagen weer in Noorwegen. Daar zit, behalve interessante landschappen, toch wel een flink cultureel accent aan.
Na een interessant drooguurtje voor mijn voeten, zetten Brend en ik onze tocht voort in tegengestelde richting. Foto van Brend wadend door rivier Vuomajåkka.
Drie maal vandaag wordt een rivier doorwaad, ijskoud, niet uitglijden. Tosca wordt een keer meegesleurd, Maar vindt dat eerder leuk dan akelig. Die hond is onvoorstelbaar. Echt niet kapot te krijgen. Net zoals sommige van de honden van de oerbewoners van Australië verwilderden en zich in het wild in stand wisten te houden, de latere dingo’s, zo denk ik dat Tosca een geslaagde oermoeder zou worden. Zo’n 10-20 procent van haar voedsel vangt ze, lopend aan de riem!, meest lemmingen. Ze blaakt van gezondheid, werklust en haar vel glanst. Sneeuwvelden zijn haar lust en haar leven. Ze rolt en rolt en glijdt op haar rug de sneeuwhelling af, ook al om de muggensteken af te koelen. Nu (31 juli) ligt ze uren buiten, vastgebonden, te wachten, tot ik klaar ben met blogs van 23-31 juli bijwerken.
We dalen af langs een samidorp helemaal boven in het dal Lai’revag’gi, rechts op de helling van de Ruaov’doalvit. Hun huisjes zijn minder dan mijn overnachtingshutten. Hier en daar naast de hut een quod of hoe schrijf je dat?
Voor de tocht stond 8 uur, maar het kostte me 11 u, vanwege de sneeuw en het zware gewicht. Tosca maakte het nog ingewikkelder, want vandaag had ze geen zin me omhoog te trekken, gepreoccupeerd als ze was met jagen. Uiterst irritant, zwaar bergop, tot het uiterste van mijn krachten met dat gewicht en dan een krachtige hond die op de steile helling met alle geweld rechts of links of achter me wil onderzoeken, of daar geen lemming is te verschalken. Ze schiet opeens naar opzij, met als gevolg, dat ik haar weer met geweld terug moet trekken op het, vaak onduidelijke pad. Soms bedoelt ze het goed, maar wil ze me het verkeerde pad omhoog voorgaan. Dan weer een ruk door mij aan de riem, met mijn toch al gevoelige ribbetjes. Intussen is de keus òf het muggennet voor je hoofd, zodat je de details net iets minder ziet, òf je insmeren met muggenolie, maar dan heb je evengoed het irritante gezoem om je oren. Ja, dit gaat wel tot aan mijn maximum. Maar zijn we de helling weer te boven, dan lachen we weer triomfantelijk. Himmelhoch jauchzend, zum Toden betrübt. En terwijl ik dit schrijf vind ik het toch weer geweldig. Geen slappe hap hier, stijf doorgaan, zowel Tosca als ik.
Na avondeten in de hut Altvatten, dat bestond uit een pakje ingedroogde trekkersmaaltijd, dat met water moet worden aangemaakt en gekookt en als toetje nog een bord havermout met water, melkpoeder en een lepel honing, kwamen twee mannen van tussen de 20 en 30 binnen, die elkaar onderweg ontmoet hadden en nu samen optrokken: Nicles, een Zweed met donkere ogen en Bjorn, een grote blonde Duitser. Foto. Eigenlijk zou jij de Zweed moeten zijn, grapte donkerogige, Zweedse Nikles tegen hoogblonde Duitser Bjorn. Bjorns schoenen waren al na een paarhonderd meter kasjewijlen. Dat is erg koud aan de voeten, als je door die natte sneeuwvelden moet, had hij ervaren. Hij vertelde, overigens lachend, over een rivier waar hij door een misstap tot zijn borst in het ijswater terecht kwam. Coole jonge vent.
Niclaas Johanson vertelde over een reis naar Tailand. Hij werd daar gevraagd naar zijn naam. Zijn voornaam werd verstaan als neclace (halsketting), zijn achternaam als handsome (knap). Gelach.
We praatten over van alles en nog wat, Haider-zaliger, de enige jaren geleden verongelukte ultrarechtse Oostenrijkse politicus; Onno Hoes, de homosexuele ex-burgemeester van Maastricht, een Duitse man die werd ontslagen wegens zijn publicatie van een foto van een vrouw met ontblote borst op facebook, over grapjes die landen maken over andere landen. Zweed Niclaas vraagt waarom dragen Noren geen helm op de motor, maar een muts? Als je een helm van de berg gooit breekt die, maar een muts niet. En nog wat van die flauwe grapjes. Dus weer een gezellige avond.
Morgen kan ik kiezen tussen een route van 4 u. naar de volgende hut Gaska, òf nog eens 6 uur verder, naar de hut Vuoma. De mannen bleven maar zitten bij mij in de hut, hoewel ze buiten in de tent zouden gaan slapen. Tegen middernacht gaf ik de pijp aan Maarten. Als ik de optie van een lange route morgen wil openhouden, dan moet ik in ieder geval bijtijds naar bed. Eigenlijk al te laat. Niet te rigide worden, Harrie. Wie dan leeft, die dan zorgt. On verra. Dat is de naam van de film, die Rudi wil maken over mijn reis. Reden waarom ik een filmcamera van Rudi meesleep, ook over die waadrivieren. En dus ook regelmatig filmopnames maak. Hoop dat Rudi’s opzet slaagt. On verra.
Geef uw mening