Dinsdag. 22 km.
Leon komt spontaan uit de wei naar mij toe als ik hem ophaal. Hij trekt vandaag opvallend weinig naar de berm, dus schijnbaar heeft hij geen honger. Ook zijn Leons uitwerpselen vrij zacht, dus heeft hij veel groenvoer gehad, waardoor hij ook de hele dag niet veel dorst zal hebben. Gisteravond in de bar werd mij verzekerd, dat in Alija del Infantado geen hoefsmid zat. Dat was mij gisteren wel beloofd. Is die zeker vandaag met pensioen gegaan. Wèl 2 dorpen verder. Bovendien kreeg ik onder het eten van mijn raciones tapas een sms van Nederlanders, die nu in Noord-Spanje wonen, Jan en Anna L, een sms. Ik kende hun nog van jaren geleden, bij herder Ger in Epen. Ze hadden op mijn blog gelezen, dat Leon nieuwe ijzers nodig had en stuurden me naam en nummer van een hoefsmid, hier vlak bij, genaamd Louis. Het regent hier blijkbaar hoefsmeden: Louis dus en ook nog een herrero ( hoefsmid, of is het ferrero?) 2 dorpen verder. Dus ik opgewekt op pad. O.k., even pauze, Tosca vastbinden en dan bellen we Louis. Ik met een hoop gestuntel duidelijk proberen te maken wat het probleem was: vandaag en morgen geen tijd! Och, over 2 dorpen zit er toch een ander. Bel ik die wel. Tosca weer los gemaakt. Die springt in haar jeugdig enthousiasme met haar smerige poten tegen mijn net gisteren op de hand gewassen rode jasje aan. Godmilj… de moer euver en truk (verdulleme), moet dat nou?
Het was lekker weer, jas uit, prettig landschap, vlak, makkelijk te wandelen, duidelijk parcours. Door het zachte weer stikt het van die knutvliegjes. Wat mij betreft mag daar nog een lettertje af. Je voelt ze landen, maar als ze eenmaal zitten voel je niet meer dat ze je zitten op te eten. Tot in de oren landen ze, de …. Een uur of zo later, in Villanueva de Jamuz, bind ik de dieren vast, elk aan een paal, op het centrale en enige plein van het dorp. Ik oogst weer veel bekijks. Moeders tegen hun kinderen: caballo. Hebben die dat dan nog nooit gezien? Ik realiseer me, dat wij tegen een paard ook “baj” of “bajke” zeggen. Waarschijnlijk in onze Limlandse streektaal geslopen in de Spaanse tijd, in zestienhonderdzoveel. Ik ga naar de bar op dat zelfde plein, vraag naar een herrador, hoefsmid, bestel een koffie en wordt door een Spanjaard aangesproken in het Nederlands. Hij had, lang, lang geleden gewerkt in Oss. Ik wilde al vragen: veur-wat spre-ke veer daan Spoans? Een hoefsmid? Twee dorpen verder, naast de kerk. Hij is wel gepensioneerd, maar misschien heeft hij nog zijn materialen. Goed zo, dacht ik en weer blij gemaakt met waarschijnlijk opnieuw een dode mus, loop ik verder. Ik hoor nu ook het 2e ijzer los zitten. Doet me denken aan dat flauwe lagere schoolraadseltje: 999 keer tik en één keer boem. Rara, wat is dat? Een 1000- poot met een houten been. O.k., nergens een smid, terwijl één hoefijzer intussen weg is en het tweede los hangt te klapperen. Dan maar de hoefschoenen aan. Dat betekent de dieren vastbinden, van alles uitpakken, hoefschoenen aan, vies worden, een hoop tijd. Opeens telefoon met een Spaans nummer. In het Engels met een sterk Spaans accent word ik aangesproken door een zekere Carmen. Ik werk voor Pavo-diervoeders. Carmen was benaderd door een collega in Nl, die dus ook werkt voor Pavo en die op facebook, geloof ik, mijn zorgen over Leon had gelezen. De Nederlandse had contact opgenomen met Spaanse Pavo-collega Carmen. Carmen zou regelen dat ik in Bañeza vanavond krachtvoer zou krijgen gebracht bij de herberg. Ook zou Carmen zorgen voor een hoefsmid, genaamd Alejandro. Alejandro zou Leon beslaan en zou ook Leon meenemen naar een stal voor de nacht. Ik weer blij. Toch ongelooflijk, hoe zo een oplossing uit de lucht komt vallen.
Wel lief van die Nederlandse. Als ze dit leest, wil ik wel eens weten wie dat is. Dus svp reactie plaatsen. Ongetwijfeld is ze, net als onbekende Carmen, niet alleen lief, maar ook knap?!
4 Reeën steken een paarhonderd meter verder de weg over, Tosca ruikt dat als we na een paar minuten op die plek aankomen en ik ben weer enthousiast.
Ik zie vier man met 2 grote hazewindhonden door het veld lopen, zonder geweren. Ze zijn op jacht. Een konijn springt weg, maar wordt enkele tientallen meters verder door de hond gepakt. Ik heb gelezen, dat veel Engelse wedstrijdhonden, als ze niet meer geschikt zijn voor de wedren, gedumpt worden in Spanje voor de lange jacht. A ls ze daar niet meer mee kunnen, komen ze naar o.a. opvangtehuizen in Nl. of leiden verder een vaak kommervol bestaan als kettingwaakhond. Een foto waard. Bij het wegrijden zwaaiden en toeterden ze enthousiast. Weer nieuwe vrienden gemaakt. Vlak voor aankomst in Bañeza even lunchen op een steen in het veld. Krijgt Leon de kans om wat te grazen en Tosca een handje extra voer. Ik zie weer een heel veld met zonnepanelen en een rookpluim. Elke nederzetting hier heeft wel een veld met grote, zich automatisch naar de zon draaiende zonnepanelen. Alweer een sms. Marlie uit Nijswiller. Of ik een lijst met overnachtingsadressen wil voor de Camino Frances. Dat is de naam voor de route van de volgende 5 à 6 weken. Van die route heb ik alleen de plaatsnamen, maar niet de beschrijving en evenmin herbergadressen. Dus, graag Marlie. Opeens komen de engelen uit de hemel vallen. Ik ben benieuwd wat voor verrassing me dan in de herberg staat te wachten. Waarschijnlijk niks, want ’s avonds op de binnenhof loopt waakse Tosca los rond en over het algemeen lijken Spanjaarden nogal bang voor Tosca.
Om 16 uur was ik bij de pelgrimsherberg in Bañeza. De formaliteiten waren binnen 10 min. afgehandeld: Nederlands paspoort, pelgrimspaspoort aftekenen, even alles wijzen, klaar. Tientallen bedden, een ruime eetzaal en ome Harrie solo in het grote gebouw. Uit allerlei poorten en gaten hier in de straat kwamen mensen kijken naar mijn “bajke”, bijna allemaal op afstand. Ik hoorde alleen steeds het woord caballo. Ik meende te verstaan, dat een oude vrouw, 50 m. van hier, met duidelijk hoorbaar stemvolume, verkondigde, dat dit echt niet kon: een paard in hun straat. Ik dus maar direct naar de oude mannetjes, waartegen ze sprak, om uit te leggen, dat over één uur de hoefsmid zou komen en die zou Leon meenemen naar een onderkomen voor de nacht. Maar ja, had ik de hoefsmid wel goed verstaan? Was de communicatie tussen Pavo-Carmen, hoefsmid Alejandro en mij wel duidelijk geweest? Wat als Alejandro Leon niet meeneemt? Kijk, dit is zo’n voorbeeld van onzekerheid, die onprettig is en zich dagelijks voordoet. 10 Min. lopen van hier, vóór het dorp, had ik een plek gezien, waar ik Leon kon vastbinden. Dat zou dus nog altijd kunnen. En terwijl ik dit, in alle onzekerheid schrijf, komt, ja, je gelooft het niet, of wel, Alejandro. Vandaag maakt hij de hoeven in orde en Leon kan bij hem thuis slapen. Over één uur kom ik terug, zegt Alejandro. Zal wel veel kosten, zeiden even later de oude mannen. Ze keken Leon in de mond. Dat paard is geen 4 j., maar minstens 12 of 14. Weken geleden had medewandelaar Vincenco dat ook al gezegd. Ben ik dus genaa.. bij de aankoop? Ik heb toch officiële papieren. Vervalst? Nou ja, als Leon dan maar presteert. Ik heb nu toch geen keus. Intussen is het uur wachten op hoefsmid Alejandro al lang verstreken. Het dreigt te gaan regenen en nog geen Alejandro te zien. Het wordt donker, ik wil eigenlijk gaan eten en ik besteed de tijd maar aan het schrijven van mijn verslag, vóór de herberg op een bankje, terwijl Leon vastgebonden staat aan het hek rondom de albergue. Daarom is mijn verslag ook zo lang. Maar goed. Ik heb vertrouwen, dus maar wachten. Intussen hoor ik de mensen kletsen: olandes, medico, caballo. Ze weten al alles, net als gisteren, toen ik me nestelde in het café dáár.
Morgen aankomst in Astorga en vandaar af loop ik op de Camino Frances en heb ik geen herbergadressen meer. Ik moet dadelijk iets voor mij + Leon zien te vinden morgen in Astorga en liefst ook al voor de dag daarna. Morgen is geen lange route, maar ik kan dan pas laat vertrekken. Rond 10 u. morgen zou de hoefsmid mij bellen over het beslaan van Leon. Die is inmiddels door Alejandro goed ondergebracht in een stal bij hem thuis, met 2 ezels en met lekker ligstro en veel hooi als voer. Dus morgen loopt Leon weer als een kievit. De zorgen van vandaag zijn dus ook weer opgelost. Nu nog wachten op het eten hier in de bar, terwijl we allemaal lachen om een peuter die hier “de mollie maakt” (de kachel aanmaakt).
Het ene moment ben je enthousisast. Dan baal je weer. Net gebeld naar Astorga. Ik ben welkom. Voor paard geen plaats. Maar zien, of ik hem ergens buiten Astorga kan vastbinden op een verlaten grasveldje. Maar dan hoop ik dat de herberg niet midden in het plaatsje ligt, want eerst moet ik altijd alle bagage met het paard naar de herberg brengen, dan weer Astorga uit met Leon, om hem ergens buiten de stad vast te binden, met nog het risico van stelen van het paard of losraken van het touw. Maar weer positief denken. Dan zal het wel weer lukken.
Hoi Harrie,
Geweldig wat een verslag, ik hoop van harte dat de hoefsmid om 10.00 uur morgen zal verschijnen.
Ik was net het verslag van gisteren aan het lezen toen het verslag van vandaag op de site verscheen, dus ik zal de eerste reactie kunnen geven. Ik zag ook dat de sponsering al aardig begint te stijgen.
Vriendelijke groet en smakelijk eten wenst Ans.
Zo Harrie dat is nou eens mensenlievend ,allemaal voor jou aan het regelen ,nog even en ze dragen je ook nog op handen super toch zo hoort het op een pelgrimstocht het goede komt in de mens naar buiten .
Voor morgen ook hopelijk weer een geslaagde trip ,ben weer zeer benieuwd .
Hou je taai de gr Harrie,Marlies.
Eén van je bewonderaars zal je blijkbaar de lijst van herbergen opsturen op de Camino Frances. Maar zodra je in Astorga aankomt zul je ongetwijfeld daar wel een Herbergengids kunnen kopen. Want de Camino Frances is het hele jaar door, een zeer belangrijke inkomstenbron voor de Noord Spanjaarden. Wat wil je als de laatste jaren meer dan 200.000 pelgrims in Santiago aankomen en het veruit overgrote deel loopt over de Camino Frances. De voorzieningen voor pelgrims worden uit de grand gestampt. De bars in de meeste plaatsen waar je doorkomt, moeten het, wat inkomsten betreft, hebben van de pelgrims. Op mijn tocht met Herma, konden we steeds gemakkelijk tussen de middag een bar vinden om iets te drinken en een bocadillo te eten, Die bocadillos komen wel na 6 weken je neus uit. ’s Avonds een goede herberg, sommigen erg luxueus en modern, dat in tegenstelling tot de soms armoedige huizen in de dorpen.
Ga in Astorga een gids kopen met informatie over de plaatsen met herbergen, de bars onderweg, de pinautomaten, enz., want de commercie viert hoogtij op de Camino Frances
Soms liggen in herbergen gelezen gidsen en ook kledingstukken die achtergelaten zijn door pelgrims, die je gewoon mee kunt nemen, als je ze nodig hebt.
Met een gids van herbergen kun je goed op zoek gaan naar herbergen in kleinere plaatsen met meer kans op onderdak voor je pony en hond, dan in de grote steden.
Na St. Jean Pied de Port wordt het weer een avontuur, met duidelijk minder herbergen en dan ook nog kleiner.
Ik heb het gevoel of ik met je meeloop en kijk iedere dag uit naar je verslagen.
Hoi Harrie,
Morgen moet t toch lukken met die hoefsmid.bezet het dorp , laat Leon het plein vol poepen, laat Tosca iedereen schrik aan jagen en maak allen hoorndol ,vloek in het Limburgs , dat helpt. En dan ….komt de smid…gracias en je kunt weer verder met minder zorgen.
Goede en mooie momenten afgewisseld met oprechte essentiële zorgen ,een echt avontuur..
Na een hopelijk goede nacht morgen er weer tegen aan . Succes.
Anne& paul
Geweldig dat er zo een smid is geregeld! Mooie verhalen, inderdaad alsof we erbij zijn. Zou graag teske koffie met je drinken. Xx
Elke dag weer zorgen. Elke dag daarna wordt weer afgesloten met succes. Ik moet maar niet op het aflopen v e wekker gaan wachten. Hoe is het spreekwoord ook weer? Geen grotere angst dan de angst die men vreest, of zoiets. Elke dag heb ik ook vaak te lachen en ik sluit hem altijd lachend af. Vooral als je die lui ziet in de herbergen, maar ook om allerlei onnozele dingen. Bv zo’ n kalf v e waakhond, die na vervaarlijk geblaf, wegrent met de staart tussen de poten, als ik boe zeg. Wrsch. Zie ik er al zo uit, dat die er ook reden voor heeft. Gr.
Om niet te veel op een aangekleed skelet te gaan lijken, drink ik de koffie tegenwoordig met minstens 2 zakjes suiker. Auw muk, ke’el!